Werkgever en werknemer hebben voor aanvang dienstverband afgesproken dat werknemer op dinsdagmiddag was vrijgesteld van werk. Werkgever krijgt gelegenheid te bewijzen dat die afspraak slechts gold voor periode dat kinderen van werknemer op basisschool zaten. Aanhouding beslissing.

Flexuren zijn geen overeengekomen arbeidsvoorwaarden, maar wel een verworven recht. Jarenlange praktijk rechtvaardigt niet de conclusie dat werkgever die situatie niet meer mag rechtzetten. Werkgever mag flexuren afschaffen, mits op werknemers de afbouwregeling wordt toegepast.

Geen sprake van dringende reden voor ontslag op staande voet nu voor werkneemster als verworven recht gold dat zij ieder jaar in de maanden april tot en met juni onbetaald verlof zou mogen opnemen. Het niet komen werken levert aldus geen werkweigering op.

Werkgever mocht pensioenregeling (eenzijdig) versoberen, gelet op zwaarwegende financiële belangen en evidente risico’s bij ongewijzigde instandhouding oude regeling. Nadeel werknemer bij wijziging pensioenregeling is van onvoldoende gewicht tegenover zwaarwichtig belang werkgever.

Werkgever mocht pensioenregeling (eenzijdig) versoberen, gelet op zwaarwegende financiële belangen werkgever en evidente risico’s bij ongewijzigde instandhouding oude regeling. Nadeel werknemer (€ 20.000) is van onvoldoende gewicht tegenover zwaarwichtig belang werkgever.

ICT-bedrijf handelt ernstig verwijtbaar door arbeidsovereenkomst senior developer eenzijdig te wijzigen (fors lager salaris), terwijl zij in verzuim was een aanbod vaste arbeidsomvang te doen. Ontbinding arbeidsovereenkomst (g-grond). Billijke vergoeding van € 36.500 bruto verschuldigd.

Een loonsverhoging die werknemers lange tijd onafgebroken jaarlijks hebben ontvangen, betreft een arbeidsvoorwaarde. Werkgever mocht deze arbeidsvoorwaarde niet eenzijdig wijzigen.

Gall en Gall mocht de standplaats van een filiaalmanager eenzijdig wijzigen. Kort geding.

Artikel 7:611 BW leent zich ook voor collectieve wijzigingen.

Conclusie A-G: Stoof/Mammoet geldt ook voor collectieve wijzigingen. Stoof/Mammoet-toets is niet gelijk aan artikel 6:248 lid 2 BW.