Geen sprake van discriminatie bij het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst van een zwangere werkneemster. De kantonrechter kaart de ruime omvang en (on)begrijpelijkheid van de processtukken van werkneemster aan.

Verzoek vernietiging opzegging toegewezen. Werkneemster heeft een payrollovereenkomst, waardoor de ketenregeling van toepassing is en sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Werkneemster heeft recht op (door)betaling van het (achterstallige) loon.

Werknemer heeft op grond van destijds geldende cao-bepaling geen recht op vakantiebijslag over ploegentoeslag. Ploegentoeslag kan vanwege variabel karakter niet worden aangemerkt als een ‘gegarandeerde vaste toeslag’ in de zin van de Cao KLM Grondpersoneel.

Tegemoetkoming werkneemster in opzegtermijn betekent niet dat ook tegemoet is gekomen in lengte bedenktermijn. Werkneemster heeft binnen 14 dagen de vaststellingsovereenkomst ontbonden. Werkgeefster wordt veroordeeld tot doorbetaling van het salaris.

Ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding. Werkgever die verbetertraject 14 maanden stil laat liggen wegens COVID-19 en zwangerschapsverlof en werknemer die wegens familieomstandigheden weigert het verbetertraject voort te zetten, handelen niet ernstig verwijtbaar.

Verzoek werknemer in kort geding om betaling van zijn compensatietoeslag, leasebudget, niet-genoten verlofuren, pro-ratabonus en transitievergoeding afgewezen.

Concurrentie-en relatiebeding worden gematigd. De functies zijn vergelijkbaar, waardoor werkgever bij het (grotendeels) in stand houden van het concurrentie- en relatiebeding een gerechtvaardigd belang heeft.

Werkgever is verplicht zijn re-integratieverplichtingen na te komen in het tweede spoor door inschakeling van het door werkneemster voorgestelde re-integratiebureau. De door werkgever aangevoerde redenen om niet akkoord te gaan met dit re-integratiebureau snijden in dit stadium van het re-integratieproces geen hout.

Reorganisatie binnen Schiphol. In kort geding kan onvoldoende worden vastgesteld of functies uitwisselbaar zijn. Op non-actiefstelling in afwachting van een ontslagprocedure bij het UWV is echter niet gerechtvaardigd. Vordering tot wedertewerkstelling (in de eigen gebruikelijke functie) wordt toegewezen.

Uit de brief kan – naar het oordeel van de kantonrechter – in de gegeven omstandigheden worden afgeleid dat bij einde dienstverband geen verlof zou worden uitbetaald.