Kort geding. Afwijzing Wfw-verzoek vermeerdering arbeidsduur door werkgever. Reden voor verzoek is dat werknemer op basis van een fulltimedienstverband gebruik wil maken van de RVU-regeling van werkgever, hetgeen mogelijk in een bodemprocedure misbruik van bevoegdheid oplevert.

Ontbinding arbeidsovereenkomst op de g-grond. Mismatch tussen werkgeefster en haar algemeen directeur vier maanden na indiensttreding. Geen ernstige verwijtbaarheid van werkgeefster, dus geen billijke vergoeding.

Kort geding. Kwalificeert de tussen partijen overeengekomen overeenkomst van opdracht als een arbeidsovereenkomst? Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is er op zijn minst twijfel of is voldaan aan de vereisten van artikel 7:610 BW. Vordering van eiser afgewezen.

Werknemer heeft voldoende onderbouwd dat zijn disfunctioneren het gevolg was van ziekte of gebreken. De arbeidsovereenkomst is dan ook onterecht ontbonden.

werkneemster/Achmea Interne Diensten N.V.

Deelname aan sociaal plan impliceert beëindiging met wederzijds goedvinden, zodat werkneemster niet met succes aanspraak kan maken op de transitievergoeding.

werkgever/werknemer

Na eerder afgewezen ontbindingsverzoek wegens niet voldoen aan herplaatsingsinspanningen door werkgever, volgt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst (d-grond). Voldoende herplaatsingsinspanningen verricht door werkgever.

Achmea Interne Diensten B.V./werknemer

Afwijzing ontbindingsverzoek, ondanks voldragen d-grond, vanwege schending herplaatsingsplicht. Werkgever heeft sollicitaties enkel gefaciliteerd. Gezien de grootte van het concern waartoe werkgever behoort, heeft werkgever zich aldus te passief opgesteld.

Achmea Interne Diensten N.V./werknemer

Toewijzing ontbindingsverzoek Achmea (d-grond) na disfunctioneren senior medewerker pensioen, die ondanks verbetertraject niet meekomt in automatiserings- en digitaliseringsslag van Achmea.

werkneemster/Langhout Intern Transport B.V.

Toepassing Westhoff/Spronsen. Werkgever mocht er gerechtvaardigd op vertrouwen dat werkneemster met haar verklaring de bedoeling had om ontslag te nemen. Niet is gebleken dat werkneemster in een hevige gemoedsbeweging verkeerde of handelde onder invloed van een stoornis van haar geestesvermogens.