Uitzendbureau kan slechts worden geacht ‘zijn werkzaamheden normaliter [in diezelfde lidstaat] te verrichten’ als het een aanzienlijk deel van zijn werkzaamheden bestaande in de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten verricht voor inlenende ondernemingen die eveneens in die lidstaat zijn gevestigd en aldaar hun activiteiten uitoefenen.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 03-06-2021