Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Koninklijke TNT Post BV
Rechtbank Midden-Nederland, 16 juni 2010
ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357

werkneemster/Koninklijke TNT Post BV

TNT aansprakelijk voor valpartij postbezorger door gladheid wegens het ontbreken van een behoorlijke verzekering

Werkneemster is sinds 2004 in dienst van TNT in de functie van postbezorger. Werkneemster is tijdens postbezorging in januari 2008 wegens gladheid (sneeuw en ijs) uitgegleden op een oprit. Als gevolg van deze valpartij heeft zij een gecompliceerde enkelbreuk opgelopen. In 2005 is zij volledig hersteld, maar in 2008 wegens klachten aan haar enkel opnieuw uitgevallen. Thans vordert werkneemster een verklaring voor recht dat werkgever aansprakelijk is, wegens primair schending van de zorgplicht ex artikel 7:658 BW bestaande uit het niet ter beschikking stellen van schoenen met spijkerzolen; subsidiair op grond van het goed werkgeverschap wegens het ontbreken van een toereikende collectieve ongevallenverzekering. TNT verweert onder meer met de stelling dat de aanvullende verzekeringsplicht die de Hoge Raad heeft aangenomen op grond van artikel 7:611 BW geen betrekking heeft op eenzijdige ongevallen van voetgangers. TNT is dan ook niet aansprakelijk op grond van artikel 7:611 BW.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vast staat dat geen sprake was van extreme weersomstandigheden. Het vroor licht, het was half tot zwaar bewolkt en er viel lichte neerslag, kortom ‘normaal Hollands winterweer’ waarbij algemeen bekend is dat het plaatselijk glad kan zijn. Gelet op deze alledaagse winterse omstandigheden behoefde TNT geen apart schoeisel of ijzertjes ter beschikking te stellen. De terbeschikkingstelling was redelijkerwijs niet noodzakelijk om het uitglijden te voorkomen. Van werkneemster mocht verwacht worden dat zij met het gevaar van uitglijden bekend was. TNT mocht er dan ook vanuit gaan dat werkneemster de - gezien de weersomstandigheden - vereiste mate van oplettendheid in acht zou (kunnen) nemen om het uitglijden te voorkomen. TNT is dan ook niet aansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW.

Vervolgens komt de vraag aan de orde of TNT op grond van goed werkgeverschap gehouden is zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering. De Hoge Raad heeft in een aantal arresten overwogen dat een werkgever, naast zijn uit artikel 7:658 BW voortvloeiende zorgplicht, een aanvullende verplichting heeft om voor werknemers die in de uitoefening van hun werkzaamheden als deelnemer aan het wegverkeer schade kunnen lijden, zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering (HR 1 februari 2008, NJ 2009, 330 Maasdam/Akzo). In arrest Maatzorg/Van der Graaf heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze verplichting eveneens ziet op werknemers die in de uitoefening van hun werkzaamheden per fiets aan het verkeer deelnemen. Dit geldt bovendien ook voor voetgangers die aan het verkeer deelnemen en daarbij schade lijden als gevolg van een ongeval waar een voertuig bij betrokken is. Hoewel TNT wel een verzekering voor werknemers heeft getroffen, kan - vanwege de lage uitkering - niet worden gesproken van een behoorlijke verzekering. Voor de omvang van de aansprakelijkheid van TNT jegens werkneemster is, anders dan werkneemster meent, niet de schade die zij als gevolg van het ongeval lijdt en nog zal lijden bepalend maar het bedrag dat haar op grond van een deugdelijke verzekering, waarvan het afsluiten in redelijkheid van TNT kan worden gevergd, zou zijn uitgekeerd.

Volgt aanhouding van de zaak om de omvang van de schade te begroten.