Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 13 september 2011
ECLI:NL:GHSGR:2011:BS8887
Lek Installatietechniek BV/werknemer
Werknemer was in dienst bij Lek. Hij vordert van Lek toekenning van extra vakantieuren op grond van leeftijd, een en ander zoals geregeld in de CAO Kleinmetaal en later de CAO Installatietechniek (hierna: de seniorenuren). In debat is (1) of de vorderingen van werknemer verjaard zijn, (2) de cao's waarin de seniorenuren worden geregeld (steeds) van toepassing zijn (geweest), en (3) of de bepalingen in de cao's waarin die seniorenuren worden toegekend nietig zijn (artikel 3 sub e jo. 13 WGBL), nu deze een onderscheid naar leeftijd maken dat niet objectief is gerechtvaardigd (artikel 7 WGBL). Partijen hebben de zaak geschikt, desalniettemin wenst Lek in hoger beroep uitsluitsel te krijgen over de vraag of zij tot vergoeding van seniorenuren gehouden is.
Het hof oordeelt als volgt. Inzet van het geding was de al dan niet verschuldigdheid van de door werknemer aanvankelijk gevorderde seniorenuren. Dat geschil is tot een einde gekomen door de tussen partijen gesloten overeenkomst. Partijen zijn het erover eens dat een uitspraak in dit geding voor hen geen verdere financiƫle consequenties zal hebben. Naar het oordeel van het hof staat daarmee vast dat het vonnis waarvan beroep niet meer ten uitvoer kan worden gelegd. Het hof begrijpt uit voormelde overeenkomst ook dat niet langer aanspraak wordt gemaakt op proceskostenveroordelingen. Het geschil tussen partijen is daarmee ten volle tot een einde gekomen. De (eventuele) aanspraken van andere werknemers op seniorenuren zijn niet in het geding. Bij die stand van zaken hebben partijen geen rechtens te respecteren belang (meer) bij een uitspraak in dit geding; vergelijk HR 16 april 1993, NJ 1993, 444, LJN ZC0927. Daaraan doet niet af dat Lek een (overigens alleszins te begrijpen) behoefte heeft aan duidelijkheid ten aanzien van de principiƫle vragen die in dit geding aan de orde waren. Immers, zij heeft in eerste aanleg niet van haar kant een vordering in reconventie ingesteld, inhoudende een verklaring van recht met betrekking tot de toepasselijkheid en geldigheid van de genoemde cao's. Uit het voorgaande volgt dat Lek in het principale beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.