Kwik-Fit Nederland B.V./werknemer

Werknemer (53 jaar) is sinds 1982 in dienst van Kwik-Fit, laatstelijk in de functie van Tyre Business Manager. Op 28 juni 2012 is hij op staande voet ontslagen wegens verduistering van geld en bedrijfsgoederen. Thans verzoekt Kwik-Fit voorwaardelijke ontbinding wegens een dringende reden. Kwik-Fit acht werknemer mede aansprakelijk voor onder meer de door haar geleden schade betreffende de verduistering van banden en de gemaakte onderzoekskosten. Kwik-Fit verzoekt haar in dat verband een voorschot op de schadevergoeding toe te kennen van € 150.000.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In het kortgedingvonnis is overwogen dat voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat het aan werknemer gegeven ontslag op staande voet in een bodemprocedure standhoudt. Dit leidt er in de onderhavige procedure toe dat er onvoldoende grond is om tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst te komen op grond van de aangevoerde dringende reden. Wel is sprake van een vertrouwensbreuk. Werknemer valt te verwijten dat duidelijk was, dan wel had moeten zijn, dat er binnen Kwik-Fit illegaal werd gehandeld in banden. Werknemer had deze handel eerder bij zijn leidinggevende moeten melden. Alle omstandigheden meegewogen wordt een vergoeding van € 135.000 bruto toegekend, met dien verstande dat werknemer deze vergoeding pas kan innen als onomstotelijk in rechte is komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst niet reeds door het ontslag op staande voet is geëindigd, waaraan voor Kwik-Fit de voorwaarde wordt verbonden dat zij binnen vier weken na de datum van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst de inleidende dagvaarding in de bodemprocedure – ter vaststelling van de vraag of het ontslag op staande voet terecht is gegeven – moet hebben uitgebracht. Het door Kwik-Fit verzochte voorschot voor de door haar geleden schade wordt afgewezen. Voor toekenning van een dergelijke vergoeding is in de onderhavige procedure geen plaats.