Rechtspraak
Essent Retail B.V. c.s./werknemer
Werknemer (45 jaar) is sinds 2005 in dienst van Essent. Thans verzoek Essent ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Daartoe wordt aangevoerd dat werknemer sinds 1 januari 2011 als gevolg van een reorganisatie boventallig is. Hij heeft ervoor gekozen om niet te solliciteren op zijn eigen functie – die van Senior Segmentmanager Special Essent – omdat hij een stap wilde maken. Eind 2012 is door het Jobcenter en door Smart (een preferred supplier van Essent die zich voor haar bezighoudt met de externe bemiddeling van boventalligen) geconstateerd dat werknemer alle denkbare trajecten heeft doorlopen zonder dat er enig perspectief is op een interne of externe herplaatsing. Zij wijten dit aan de starre en negatieve opstelling van werknemer. Essent heeft haar verplichtingen op grond van het sociaal plan jegens werknemer volledig nageleefd.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Terecht maakt Essent werknemer het verwijt dat hij de functies van Productmanager afdeling Products en Innovation en Manager Contractmanagement & Support heeft afgewezen respectievelijk de sollicitatieprocedure ervoor niet heeft voortgezet. Daarbij doet zich echter de vraag voor waarom Essent werknemer niet eenvoudig in een van deze functies heeft herplaatst. Uit artikel 5.5 van het sociaal plan volgt dat, indien een passende functie voorhanden is, de boventallige werknemer door het Jobcenter op deze functie wordt herplaatst. Voorts is de boventallige werknemer op grond van dat artikel verplicht een passende functie te aanvaarden.
Uit de door Essent overgelegde stukken blijkt afdoende dat men binnen Essent niet meer met werknemer wil samenwerken. Voorts is gebleken dat het Jobcenter ook niets meer in bemiddeling van werknemer ziet, intern dan wel extern. De arbeidsovereenkomst wordt derhalve ontbonden. Daarbij dient aan werknemer een hogere vergoeding te worden toegekend dan door Essent aangeboden. Werknemer heeft weliswaar enkele functies die wellicht passend voor hem zouden zijn geweest ten onrechte afgewezen, maar onvoldoende is onderbouwd dat met hem, vanwege zijn persoonlijkheid, niet valt samen te werken. Tevens is onvoldoende onderbouwd dat hij niet meer bemiddelbaar zou zijn naar een externe functie, althans dat Jobcenter (dan wel het huidige Mobiliteitscenter) daar geen zinnige rol meer in kan vervullen. Daar komt bij dat voor werknemer op grond van het voor hem toepasselijke sociaal plan een bemiddelingsperiode van onbeperkte duur geldt, zodat hij in beginsel, ook als hij niet kan worden herplaatst, nog jaren in dienst van Essent had kunnen blijven. Alle omstandigheden in aanmerking genomen wordt een vergoeding met C=2,5 (afgerond € 200.000 bruto) toegekend.