werknemer/Moonen-Wanders Bouwproductie B.V

Werknemer is van 1991 tot en met 2013 in dienst geweest van MBV, waar hij laatstelijk werkzaam was in de functie Machineoperator CNC en Computer. De arbeidsovereenkomst is wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. Werknemer stelt dat de opzegging kennelijk onredelijk is. Hij stelt dat sprake is van een valse/voorgewende reden en beroept zich op het gevolgencriterium.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De andere twee werknemers die nog bij MBV werkzaam waren, werkten in een andere functie dan werknemer. Er hoefde derhalve niet te worden afgespiegeld. Het beroep op een valse/voorgewende reden faalt. Ten aanzien van het beroep op het gevolgencriterium wordt geoordeeld dat de gevolgen niet zo schrikbarend disproportioneel zijn als werknemer wil doen voorkomen. Hij overwaardeert de mogelijkheden van MBV om het onheil van opzegging voor hem te voorkomen of te verzachten en onderwaardeert zijn eigen ‘bijdrage’ aan het werkelijkheid worden van een aantal door hem als ‘desastreus’ aangemerkte verwachte gevolgen. Hoezeer de werknemer ook een eigen verantwoordelijkheid heeft voor het nemen van initiatief in de richting van behoud van werk, zeker in de vitale eerste periode van non-activiteit (werknemer ondernam toen geen actie in de richting van Reyn Stone en liet in de aanloopperiode zelfs inschrijving als werkzoekende en daarmee corresponderende activiteiten op de arbeidsmarkt achterwege), dat doet niet af aan het feit dat werknemer na 21 jaar arbeid voor dezelfde werkgever een steuntje in de rug nodig had. Dit laatste is aanvankelijk ook door MBV onderkend. Het had op de weg van MBV gelegen de financiële gevolgen van ontslag te verzachten en de overgang van werk naar werk te bevorderen. Nu werknemer naliet met hulp van het rekenmodel op de website www.hoelangwerkloos.nl een statistische benadering te presenteren van de in zijn situatie ten tijde van opzegging te verwachten werkloosheidsduur, moet thans een inschatting gemaakt worden op basis van de zijnerzijds wel beschikbaar gestelde gegevens, hoe mager die ook zijn. Aannemelijk is dat de combinatie van een zekere psychische terugval en een daaropvolgende periode van werk zoeken – naar verwachting ten tijde van opzegging – een jaar of daaromtrent zou kunnen vergen, maar zeker niet de omtrent 2½ jaar die werknemer kennelijk als uitgangspunt voor zijn schadeberekening neemt. Het inkomensverlies per maand wordt begroot op een bedrag van tussen € 800 en € 1.000 bruto. Een beperkte aanvulling ter compensatie van dreigende schade in de pensioenopbouw bij werkloosheid wordt redelijk geacht. Er wordt een schadevergoeding toegekend van € 10.000 bruto.