Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/KGA Netherlands B.V., h.o.d.n. Kozole Checkstar
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 10 december 2014
ECLI:NL:RBLIM:2014:10710

werknemer/KGA Netherlands B.V., h.o.d.n. Kozole Checkstar

Werkgever is na dienstverband van 36 jaar van mening dat werknemer het laatste jaar een chaos heeft gemaakt van de boekhouding. Werknemer is niet ex artikel 7:661 BW aansprakelijk voor schade, vanwege ontbreken opzet/bewuste roekeloosheid.

Werknemer is van 1 september 1977 tot 1 januari 2014 in dienst geweest van KGA. Hij heeft onder meer werkzaamheden verricht als boekhouder. Werknemer vordert betaling van achterstallig loon en niet-uitbetaalde vakantiedagen. In reconventie vordert KGA een verklaring voor recht dat werknemer aansprakelijk is voor de schade van Kozole nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, omdat zij van oordeel is dat in zijn functioneren sprake was van wanprestatie met grove roekeloosheid die haar schade in de vorm van ‘kosten’ tot een bedrag van € 5.000 (begroot of geschat) opgeleverd heeft. Zij grondt die opvatting op de stelling dat werknemer in de uitvoering van een van zijn taken, het verzorgen van de boekhouding van het autobedrijf, ‘ernstige wanprestatie heeft geleverd’ die zij kennelijk rangschikt onder de uitzondering in het ‘tenzij-gedeelte’ van de eerste volzin van artikel 7:661 lid 1 BW, althans aanmerkt als ‘bewuste roekeloosheid’.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De juistheid van de vordering in conventie is op zichzelf (naar grondslag, omvang en beloop) niet bestreden, zodat de som van € 6.317,62 bruto (nader te specificeren in het kader van de uitbetaling naar omvang en soort van de inhoudingen) voor toewijzing vatbaar is. Ten aanzien van de aansprakelijkheid van werknemer ex artikel 7:661 BW wordt het volgende overwogen. KGA gaat er volledig aan voorbij dat de functie van werknemer niet ‘boekhouder’ maar ‘receptie- (en) administratief medewerker’ was én dat hij deze functie bij haar directe rechtsvoorgangster ‘Kozole’ van 1 september 1977 tot 1 november 2012 tot volle tevredenheid vervuld had. Nog opvallender is echter dat in het verzoek ex artikel 6 BBA dat KGA eind augustus 2013 aan het UWV voorgelegd had, iedere referentie aan het functioneren van werknemer ontbrak. Een andere appreciatie van (de kwaliteit van) het werk en de expertise en relevante kennis van werknemer had in een andere context en bij zorgvuldige begeleiding wellicht tot kwaliteitsverbetering of aanpassing van de werkmethodiek kunnen leiden, maar KGA heeft daar niet op gekoerst. Zij heeft binnen een jaar na overname van het bedrijf van haar rechtsvoorgangster de functie van werknemer geschrapt en hemzelf ontslagen en houdt hem achteraf (zonder enig eerder niet voor misverstand vatbaar signaal) ook nog eens voor schadetoebrenging. Van opzet op bewuste roekeloosheid als bedoeld in artikel 7:661 BW is geen sprake. De vordering van werknemer wordt toegewezen. De tegenvordering van KGA wordt afgewezen.