Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 5 augustus 2015
ECLI:NL:RBLIM:2015:6683
werknemer/MacPeter B.V.
Werknemer is op 6 januari 2011 voor onbepaalde tijd in dienst van MacPeter getreden in de functie van cafémedewerker. Werknemer is wegens ziekte per 24 juni 2014 arbeidsongeschikt geworden. Na verkregen toestemming van het UWV heeft MacPeter de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd per 1 december 2014. Werknemer heeft zich op de vernietigbaarheid van de opzegging beroepen, omdat sprake is van een opzegverbod. Werknemer verzoekt de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden te ontbinden onder toekenning van een vergoeding van € 19.380 bruto met veroordeling van MacPeter tot betaling van de proceskosten. Aangezien MacPeter niet gereageerd heeft op de brieven van 8 november 2014 en 30 april 2015, wenst werknemer volledige zekerheid dat de arbeidsverhouding daadwerkelijk eindigt en verzoekt hij thans zelf de volgens hem nog bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden. Verder voert werknemer aan dat van hem niet langer gevergd kan worden de arbeidsrelatie voort te zetten, omdat zijn gezondheid hieronder lijdt.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Bijzondere opzegverboden zijn in dit geval – waar het gaat om een werknemersverzoek – niet aan de orde. Bovendien dient een werknemersverzoek als het onderhavige, dat in belangrijke mate rust op het (grond)recht van vrije arbeidskeuze (art. 19 lid 3 Grondwet), in beginsel gehonoreerd te worden. De door werknemer gestelde feiten en omstandigheden zijn niet door MacPeter weersproken, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid hiervan. Nu echter onduidelijk is of rechtens de arbeidsovereenkomst op dit moment nog bestaat, zal slechts voor het geval in rechte onherroepelijk in een bodemprocedure vastgesteld wordt dat de arbeidsovereenkomst tussen MacPeter en werknemer nog bestaat/bestond ten tijde van het indienen van het onderhavige verzoek, de ontbinding per 1 september 2015 uitgesproken worden. Aan werknemer wordt een vergoeding toegekend met C=1 (€ 12.916,80).