Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/SQL Integrator B.V.
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 12 juli 2016
ECLI:NL:GHDHA:2016:2016

werknemer/SQL Integrator B.V.

Belangenafweging 7:653 BW in voordeel werknemer. Schorsing concurrentiebeding. Reikwijdte relatiebeding wordt beperkt tot de klanten, leveranciers en ketenpartners voor wie werknemer in de elf maanden voorafgaand aan het einde van zijn dienstverband met werkgever heeft gewerkt.

Werknemer is sinds 1 februari 2015 in dienst bij werkgever, laatstelijk in de functie van Senior ontwikkelaar Hippo CMS. Tijdens dit dienstverband was werknemer steeds gedetacheerd bij opdrachtgevers. In de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding, concurrentiebeding en boetebeding opgenomen. Op verzoek van werknemer is de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2016 beëindigd. Werknemer heeft in eerste aanleg gehele, dan wel gedeeltelijke schorsing van zowel het concurrentie- als relatiebeding gevorderd. Werkgever heeft in reconventie een voorschot op de uit het boetebeding voortvloeiende boetes gevorderd. De kantonrechter heeft de (hoofd)vorderingen van werknemer en werkgever afgewezen. Werknemer vordert in principaal hoger beroep (I) vernietiging van het vonnis van de kantonrechter en (II) het alsnog geheel dan wel gedeeltelijk schorsen van het concurrentiebeding en relatiebeding. Hij stelt zich op het standpunt dat, in tegenstelling tot het oordeel van de kantonrechter, er wel degelijk een grond is voor (gedeeltelijke) schorsing van het concurrentie- en relatiebeding. Werkgever vordert in incidenteel hoger beroep (I) eveneens vernietiging van het vonnis van de kantonrechter, (II) het alsnog aannemen van een spoedeisend belang van werkgever bij een voorschot op eventueel verschuldigde boetes en (III) beëindiging dan wel opzegging van de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en zijn nieuwe werkgever (OpenWeb).

Het hof oordeelt als volgt. Centraal staat de belangenafweging in het kader van artikel 7:653 BW. Het hof oordeelt ten aanzien van het concurrentiebeding dat het belang van werknemer om werkzaam te zijn als Hippo CMS Developer zwaarder weegt dan het belang van werkgever om werknemer niet werkzaam te laten zijn als Hippo CMS Developer. Hierbij hecht het hof waarde aan de omstandigheid dat werknemer ook vóór indiensttreding bij werkgever als Hippo-specialist werkzaam was en derhalve beter in staat is om in zijn inkomen te voorzien in deze functie, dan in de functie van (bijvoorbeeld) Java Developer. Hippo-programmeurs zijn bovendien zeldzaam in Nederland. Het concurrentiebeding wordt derhalve geheel geschorst. De belangenafweging ten aanzien van het relatiebeding pakt anders uit. Het hof oordeelt dat werkgever een zwaarwegend belang heeft bij handhaving van het relatiebeding, nu haar bedrijfsonderdeel eist dat zij haar klant- en leveranciersrelaties beperkt. Het relatiebeding speelt hierbij een noodzakelijke rol. De duur van het relatiebeding wordt derhalve niet beperkt. Nu werknemer echter het gehele dienstverband was gedetacheerd bij opdrachtgevers en geen specifieke kennis heeft opgedaan, wordt de reikwijdte van het relatiebeding beperkt tot de klanten, leveranciers en ketenpartners voor wie werknemer in de elf maanden voorafgaand aan het einde van zijn dienstverband met werkgever heeft gewerkt. Het incidentele hoger beroep faalt. De vermeerdering van de eis van werkgever – inhoudende beëindiging van de arbeidsrelatie tussen werknemer en de nieuwe werkgever – is niet toewijsbaar om dezelfde redenen als die genoemd zijn voor schorsing van het concurrentiebeding. Het vermoeden van werkgever dat werknemer niet in staat is om de gevorderde boetes te betalen, is voor het hof van onvoldoende gewicht om spoedeisend belang aan te nemen. Het voorlopig oordeel van het hof is dat het werknemer vrij dient te staan bij zijn nieuwe werkgever in dienst te treden en te blijven.