Naar boven ↑

Rechtspraak

X c.s./De Persgroep Distributie BV
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 18 april 2017
ECLI:NL:RBAMS:2017:5119

X c.s./De Persgroep Distributie BV

De krantenbezorgers waren vrij om zich te laten vervangen door derden, zij werden niet aangestuurd en zij hoefden geen vakantieaanvragen in te dienen. Aldus is geen sprake van de in artikel 7:610 lid 1 BW bedoelde gezagsrelatie en ook niet van arbeid die de werknemer persoonlijk moet verrichten.

Feiten

Acht krantenbezorgers vorderen dat wordt vastgesteld dat zij worden aangemerkt als (gewezen) werknemers van De Persgroep Distributie BV (hierna: De Persgroep) en dat De Persgroep zal worden veroordeeld met hen een arbeidsovereenkomst aan te gaan, om hen financieel te compenseren voor het feit dat aan hen geen arbeidsovereenkomst werd aangeboden en om mee te werken aan het actieplan.

Oordeel

Centraal staat de vraag of sprake is (of zou moeten zijn) van een arbeidsovereenkomst tussen partijen. De krantenbezorgers hebben heel veel geschreven en hebben stukken toegevoegd die voor de beoordeling van de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst niet relevant zijn. Daaruit leidt de kantonrechter af dat zij het niet eens zijn met de wettelijke beoordelingscriteria voor het beantwoorden van de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst en deze criteria achterhaald vinden. De kantonrechter heeft evenwel de wet toe te passen en ziet geen mogelijkheden noch aanleiding om daarvan af te wijken. Het enkele feit dat partijen niet gelijkwaardig zijn, is daarvoor onvoldoende. In het arbeidsrecht is reeds verdisconteerd dat sprake is van ongelijke partijen, dat vormt juist de rechtvaardiging voor het arbeidsrecht. Krantenbezorger X heeft ter comparitie verklaard dat de krantenbezorgers vrij waren om zich te laten vervangen door derden, dat zij niet werden aangestuurd en dat zij geen vakantieaanvragen hoefden in te dienen. Aldus is geen sprake van de in artikel 7:610 lid 1 BW bedoelde gezagsrelatie en ook niet van arbeid die de werknemer persoonlijk moet verrichten. Daaraan doet niet af dat vervanging feitelijk niet vaak voorkwam. Aldus voldoet de overeenkomst niet aan de vereisten om te kwalificeren als arbeidsovereenkomst en betreft het een overeenkomst van opdracht, zoals ook boven de schriftelijke overeenkomsten – die door De Persgroep zijn overgelegd – staat vermeld. Hierbij is nog in het midden gelaten dat de krantenbezorgers – behoudens krantenbezorger X – helemaal geen overeenkomst met De Persgroep hebben getekend, maar met een externe distributeur zodat De Persgroep überhaupt niet als wederpartij met betrekking tot de overeenkomsten kan worden aangemerkt. Dit leidt tot afwijzing van alle vorderingen. Immers, er was en is geen arbeidsovereenkomst en aldus ontbreekt ook enige grond om te oordelen dat De Persgroep alsnog een arbeidsovereenkomst moet aanbieden, onrechtmatig heeft gehandeld door geen arbeidsovereenkomst te sluiten, enige schadevergoeding moet betalen of mee moet werken aan een actieplan (nog daargelaten dat niet duidelijk is gemaakt wat dat omvat).