Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Uitzendbureau Solution B.V.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 22 augustus 2017
ECLI:NL:RBDHA:2017:10292

werknemer/Uitzendbureau Solution B.V.

Uit de aard en het karakter van de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters vloeit voort dat tewerkstelling in het kader van de re-integratie van een vangnetter zonder werkgever plaatsvindt met het oog op een snellere re-integratie van zieke uitzendkrachten en het terugdringen van de uitkeringslasten. Van herstel van de uitzendovereenkomst is in dit geval geen sprake.

Feiten

Werknemer is vanaf 12 mei 2014 op twee aansluitende uitzendovereenkomsten (Fase 1 en Fase 2) als uitzendkracht door Uitzendbureau Solution B.V. (hierna: Solution) bij De Jong Eco Cups B.V. (hierna: De Jong) werkzaam geweest. Op de uitzendovereenkomst is de NBBU-cao voor uitzendkrachten van toepassing verklaard. Op 24 maart 2016 is werknemer een arbeidsongeval overkomen, waarbij twee vingers van zijn rechterhand deels werden geamputeerd. Als gevolg van dat ongeval is werknemer meerdere keren geopereerd, voor de eerste maal op 25 maart 2016. In artikel 13 lid 3 van de NBBU-cao is het volgende bepaald: ‘De uitzendovereenkomst komt ten einde doordat de inlener om welke reden dan ook de uitzendkracht niet langer wil of kan inlenen en voorts doordat de uitzendkracht om welke reden dan ook, daaronder begrepen arbeidsongeschiktheid, de bedongen arbeid niet langer wil of kan verrichten (…) In geval van ziekte of ongeval van de uitzendkracht wordt de terbeschikkingstelling in Fase 1 en 2 direct na de melding als bedoeld in artikel 25 lid 2 geacht met onmiddellijke ingang te zijn beëindigd op verzoek van de inlener.’ Solution is eigenrisicodrager in de zin van de Ziektewet. Vanaf 15 mei 2016 heeft werknemer aangepast werk verricht bij andere inleners. Enige tijd later is hij ontslagen. Werknemer verzoekt thans vernietiging van zijn ontslag en Solution te verplichten hem toe te laten tot passende werkzaamheden. In dit verband stelt hij dat zijn uitzendovereenkomst in Fase 2 is overgegaan in een uitzendovereenkomst in Fase 3, waardoor deze nog doorloopt. Solution verweert zich tegen het verzoek door te stellen dat de uitzendovereenkomst op grond van de NBBU-cao als gevolg van het arbeidsongeval is geëindigd.

Oordeel

Uitzendovereenkomst Fase 2 en Fase 3

De kantonrechter stelt voorop dat voor de beoordeling van het verzoek van werknemer bepalend is of de uitzendovereenkomst als gevolg van het arbeidsongeval is geëindigd, of dat de uitzendovereenkomst niet is geëindigd c.q. als gevolg van de re-integratie van werknemer herleeft, waardoor werknemer nog steeds in dienst is bij Solution. De kantonrechter oordeelt als volgt. Allereerst is komen vast te staan dat de uitzendovereenkomst Fase 2 is geëindigd als gevolg van het arbeidsongeval dat werknemer is overkomen. Omstreeks 15 mei 2016 is werknemer gaan re-integreren. De volgende vraag is dan ook welke status werknemer had voor de uren dat hij via de bemiddeling van Solution werkzaamheden bij inleners verrichtte. Volgens werknemer was dit op grond van een civielrechtelijke verhouding (en dus op basis van een herleefde dan wel opnieuw gesloten uitzendovereenkomst). Volgens Solution was dit op grond van een bestuursrechtelijke verhouding (op basis van de verplichting van werknemer om mee te werken aan zijn re-integratie op grond van de Ziektewet). Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Solution op dit punt gelijk. Hij overweegt daartoe als volgt. Tussen partijen bestond op 24 maart 2016 geen uitzendovereenkomst, terwijl werknemer op grond van de Ziektewet recht had op ziekengeld. Daarmee kan hij worden beschouwd als vangnetter in de zin van artikel 1 onderdeel a van de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters (hierna: de regeling) en daarmee is de regeling op werknemer van toepassing.

Geen herstel van de uitzendovereenkomst

Hoewel zulks niet expliciet uit de regeling zelf blijkt, vloeit naar het oordeel van de kantonrechter uit de aard en het karakter van de regeling voort dat tewerkstelling in het kader van de re-integratie van een vangnetter zonder werkgever via de bemiddeling van de oude werkgever plaatsvindt met het oog op een snellere re-integratie van zieke uitzendkrachten en het terugdringen van de uitkeringslasten en dat derhalve geen sprake is van een herstel van de uitzendovereenkomst. De stelling van werknemer, dat als gevolg van het re-integreren de uitzendovereenkomst herleeft dan wel opnieuw is aangegaan, wordt dan ook verworpen. Bijgevolg worden alle stellingen en verzoeken, die op deze stelling zijn gebaseerd, afgewezen.

  • Rechters: C.W.D. Bom
  • Advocaten: D. Vaníčková en D.A.M. Lagarrigue
  • Wetsartikelen: 13 lid 3 NBBU-cao, 25 lid 2 NBBU-cao, 29 lid 3 onderdeel d ZW en 46 ZW
  • Onderwerpen: Overige en Uitleg
  • Trefwoorden: arbeidsongeval, Regeling procesgang vangnetters, re-integratie vangnetter, uitkeringslasten, arbeidsongeschiktheid, ziekengeld en herstel uitzendovereenkomst