werkneemster/werkgeefster

Feiten

Werkneemster is sinds 18 mei 2009 in dienst van werkgeefster X als Medewerker Crediteurenadministratie. Werkneemster is werkzaam op de afdeling crediteurenadministratie, voor welke functie accuratesse en nauwkeurigheid van groot belang zijn. Al vanaf 2014 vinden regelmatig gesprekken met werkneemster plaats, waarbij zij op bepaalde tekortkomingen in haar functioneren is gewezen. Zo heeft werkneemster over de periode van 2014 tot 2017 twee officiële waarschuwingen ontvangen, omdat zij in het kader van de door haar te verrichten werkzaamheden grote fouten heeft gemaakt, zoals het onbeheerd achterlaten van de kas en het overboeken van een betaling van € 700.000 aan het verkeerde bedrijf. Daarnaast zou zij zonder toestemming van X vertrouwelijke bedrijfsinformatie aan een van de aandeelhouders van X hebben doorgestuurd. X verzoekt de kantonrechter thans de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden op de grond dat sprake is van ongeschiktheid tot het verrichten van de bedongen arbeid.

Oordeel

Ontbinding d-grond

De kantonrechter overweegt als volgt. Uit de door partijen gestelde feiten en omstandigheden komt naar voren dat werkneemster sinds 2014 tot 2017 te vaak fouten heeft gemaakt. Soms waren dat kleine fouten, maar ook grote fouten, zoals het overboeken van een (aanzienlijk) bedrag naar het verkeerde bedrijf of het ten onrechte toezenden van vertrouwelijke informatie aan derden. Werkneemster betwist niet dat zij fouten maakt, maar voert evenwel aan dat deze door X, ten behoeve van het ontbindingsverzoek, groter zijn gemaakt dan zij zijn. Daarnaast voert werkneemster dat X de door haar gemaakte fouten alleen gebruikt voor dossieropbouw en onvoldoende ondersteuning heeft geboden om tot een verbetering van het functioneren te komen. De kantonrechter volgt werkneemster hierin niet en overweegt dat voorop staat dat van een werknemer op de crediteurenadministratie een bovengemiddelde accuratesse en nauwkeurigheid mag worden verwacht, daar een fout tot grote (financiële) gevolgen voor de werkgever kan leiden. Voor het goed functioneren van de crediteurenadministratie is het derhalve noodzakelijk dat een werkgever erop kan vertrouwen dat slechts sporadisch fouten worden gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter is werkneemster onvoldoende in staat om nauwkeurig genoeg tewerk te gaan. Van X kan derhalve niet worden verwacht dat zij deze situatie nog langer laat voortduren. Tot slot wordt overwogen dat hoewel begrijpelijk is dat werkneemster zich ongemakkelijk voelt bij de dossieropbouw van X, tegelijkertijd moet worden aangenomen dat dit een passende manier is om het probleem waartegen partijen aanlopen in kaart te brengen. Het ontbindingsverzoek wordt toegewezen.

Transitievergoeding

Nu geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan de zijde van werkneemster, oordeelt de kantonrechter dat X haar een transitievergoeding verschuldigd is. De vergoeding komt neer op een bedrag van € 9.988 bruto, uitgaande van 17 halve dienstjaren en een salaris van € 3.525,03 per maand.