Naar boven ↑

Rechtspraak

JVR International B.V./werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 7 juni 2018
ECLI:NL:RBROT:2018:5075

JVR International B.V./werknemer

Geen overtreding geheimhoudingsbeding aangezien werknemer het vertrouwelijke karakter van de informatie ten opzichte van de leidinggevende niet hoefde te kennen. Bovendien was werknemer als ondergeschikte gewend om aan zijn leidinggevende loyaal te zijn.

Feiten

Werknemer is op 1 mei 2007 bij JVR in dienst getreden. In de arbeidsvoorwaardenregeling is een geheimhoudingsbeding opgenomen. JVR was tot 1 januari 2016 onderdeel van JVR International Engineering Group, net als andere vennootschappen. Tot 1 januari 2016 was R. bestuurder en enig aandeelhouder van de vennootschappen. Op 1 januari 2016 is onder meer JVR overgenomen door Clafis Holding. Op 13 oktober 2017 is het personeel per e-mail en tijdens een bijeenkomst geïnformeerd dat R. per 1 januari 2018 niet meer werkzaam zal zijn voor JVR en de andere door Clafis overgenomen vennootschappen. Op 20 november 2017 is werknemer arbeidsongeschikt geworden wegens burn-outklachten. Op 22 januari 2018 is hij begonnen met re-integratiewerkzaamheden. Op 17 februari 2018 heeft weknemer aan R., op zowel zijn privé-e-mailadres als het e-mailadres dat hij nog bij Clafis had, en op diens verzoek gegevens gestuurd. Werknemer is hierom vervolgens op 23 februari 2018 geschorst. JVR verzoekt onder meer ontbinding van de arbeidsovereenkomst en voldoening van de verbeurde boetes wegens schending van het geheimhoudingsbeding.

Oordeel

Ontbindingsverzoek

Werknemer heeft ter zitting verklaard zich niet langer te verzetten tegen de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Hieruit leidt de kantonrechter af dat werknemer erkent dat sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub g BW. Tevens houdt deze erkenning in dat ook het beroep op het opzegverbod wegens ziekte wordt prijsgegeven. De kantonrechter stelt vast dat sprake is van een voldragen g-grond, op basis waarvan het verzoek tot ontbinding wordt toegewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter is er geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen door werknemer. Het staat onvoldoende vast dat hij wist, of behoorde te weten, dat hij de betreffende informatie niet aan R. mocht doen toekomen. Werknemer was sinds november 2017 arbeidsongeschikt en sinds eind januari 2018 verrichtte hij een paar uur per week werkzaamheden in het kader van re-integratie. Op het moment dat hij de informatie aan R. toezond, was hij dus nog maar kort weer aanwezig bij JVR en nog slechts voor een paar uur per week. Hoewel het niet aannemelijk is dat werknemer helemaal niets heeft meegekregen van problemen die er tussen JVR en R. speelden had hij niet behoren te weten dat R. inmiddels 'persona non grata' was geworden. Aan werknemer komt een transitievergoeding toe. De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan werknemer een billijke vergoeding toe te kennen. JVR verwijt werknemer gebrek aan loyaliteit en verliest daarbij uit het oog dat werknemer tot 1 januari 2018 als ondergeschikte van R. jegens hem loyaal diende te zijn. Indien JVR van werknemer verlangt dat hij zich ‘ineens’ heel anders jegens R. dient op te stellen, dient zij werknemer duidelijk te informeren wat er allemaal speelt en expliciete instructies te geven. Dat heeft zij nagelaten. In zoverre kan JVR worden verweten dat zij te lichtvaardig werknemer als onbetrouwbaar persoon aan de kant heeft gezet. Dit is weliswaar JVR te verwijten maar levert geen ernstig verwijtbaar handelen op.

Geheimhoudingsbeding

De kantonrechter laat in het midden of de calculaties op zichzelf als vertrouwelijk kunnen worden bestempeld. Wat voor een onderneming als vertrouwelijk wordt gezien is in beginsel immers ter beoordeling van de onderneming zelf. Het gaat erom of werknemer wist of behoorde te weten dat het om vertrouwelijke informatie ging. De kantonrechter overweegt dat die vraag ontkennend moet worden beantwoord. Werknemer hoefde het vertrouwelijke karakter van de informatie, ten opzichte van R., niet te kennen. R. was na de overname, tot 1 januari 2018, nog altijd belast met de dagelijkse leiding binnen JVR.