Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 24 juli 2018
ECLI:NL:GHSHE:2018:3211
appellanten/geïntimeerden
Feiten
Appellanten vormen samen de maatschap Accountants. Geïntimeerde 1 heeft op 1 november 2002 een arbeidsovereenkomst gesloten met de maatschap Accountantskantoor. In deze overeenkomst zijn een relatiebeding, een nevenwerkzaamhedenbeding en een geheimhoudingsbeding opgenomen. Op 31 januari 2013 hebben geïntimeerde 1 en accountants (de maten van de maatschap Accountants) in een overeenkomst hun arbeidsovereenkomst beëindigd per 1 maart 2013. Hierin is opgenomen dat werkgever en werknemer zich jegens elkaar verplichten volledige geheimhouding te betrachten met betrekking tot de arbeidsovereenkomst en de (wijze van) beëindiging daarvan en dat werknemer zich zal houden aan het relatiebeding. In de procedure bij de kantonrechter heeft Accountants onder meer gevorderd geïntimeerde 1 en geïntimeerden 2 t/m 6 te veroordelen om diverse stukken te verstrekken, dan wel inzage in deze stukken te verschaffen; voor recht te verklaren dat geïntimeerde 1 toerekenbaar is tekortgekomen in de nakoming van het relatiebeding, nevenwerkzaamhedenbeding en geheimhoudingsbeding en voldoening van de verbeurde boete en schade; voor recht te verklaren dat geïntimeerden 2 t/m 6 onrechtmatig jegens Accountants hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor haar schade. De kantonrechter heeft vastgesteld dat in de periode tussen 2002 (het tijdstip dat het relatiebeding is overeengekomen) en 2013 het accountantskantoor een dusdanige groei heeft doorgemaakt, dat het destijds overeengekomen relatiebeding veel zwaarder is gaan wegen en daarom opnieuw had moeten worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst. Nu dit niet is gebeurd, kan Accountants zich niet meer met succes op het beding beroepen en stranden alle vorderingen gebaseerd op het relatiebeding. Ook de vorderingen gebaseerd op het nevenwerkzaamhedenbeding en het geheimhoudingsbeding zijn afgewezen. Het verzoek op grond van artikel 843a Rv is afgewezen als zijnde onvoldoende onderbouwd.
Oordeel
Dezelfde maatschap?
Het hof stelt vast dat de maatschap Accountantskantoor en Accountants twee verschillende namen zijn voor dezelfde maatschap. Dit leidt tot de slotsom dat geïntimeerde 1 op 1 november 2002 in dienst is getreden bij de maatschap Accountants. Omdat het twee namen voor dezelfde maatschap zijn, staat ook vast dat het relatiebeding, geheimhoudingsbeding en nevenwerkzaamhedenbeding uit de arbeidsovereenkomst van toepassing waren na eind 2011. Het relatiebeding en het geheimhoudingsbeding hebben betrekking op de klanten van Accountants.
Het relatiebeding
Dat het klantenbestand van Accountants na 2002 is gegroeid, een groter gebied beslaat en dat er vestigingen zijn bijgekomen, acht het hof een normale ontwikkeling. Zonder nadere toelichting valt niet in te zien hoe het enkele feit dat een kantoor meer klanten bedient over een groter gebied, leidt tot een wijziging van de arbeidsverhouding van ingrijpende aard. Verder hebben geïntimeerde 1 en geïntimeerden 2 t/m 6 onvoldoende toegelicht waarom de schaalvergroting van het kantoor dusdanig is dat deze een belemmering vormt voor geïntimeerde 1 om een nieuwe, gelijkwaardige werkkring te vinden. Het (geleidelijk) wijzigen van de functie van assistent-accountant naar relatiebeheerder vormt evenmin een wijziging van de arbeidsverhouding van ingrijpende aard waardoor het relatiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Het voorgaande betekent dat grief 3 slaagt. Accountants heeft gemotiveerd gesteld dat geïntimeerde 1 het relatiebeding heeft overtreden door in opdracht van de vof voor twee voormalige klanten van haar, klant 1 en klant 2, (loonadministratie)werkzaamheden te verrichten. Geïntimeerde 1 en geïntimeerden 2 t/m 6 hebben dit gemotiveerd betwist. Klant 1 was sinds 1989 een relatie van geïntimeerde 5 en is uit eigen beweging naar de vof overgestapt toen geïntimeerde 5 zich daarbij aansloot. Gezien deze gemotiveerde betwisting is het aan Accountants om de stelling dat geïntimeerde 1 het relatiebeding heeft overtreden te bewijzen. Het hof zal Accountants daarom toelaten om feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat geïntimeerde 1 het relatiebeding met betrekking tot klant 1 en/of klant 2 heeft overtreden te bewijzen.
Het geheimhoudingsbeding
Geïntimeerde 1 noemt in een e-mail de kosten die Accountant maandelijks in rekening brengt bij X en voegt bij de tweede e-mail informatie met betrekking tot de lonen van X. Geïntimeerde 1 meldt in de mail dat als 'we' dezelfde prijs aanhouden, X geïntimeerde 1 wil volgen. 'We' heeft betrekking op de vof. Hiermee staat vast dat geïntimeerde 1 bedrijfsgegevens van zowel Accountants als van een klant en diens personeel heeft gedeeld met een derde (oud-werknemer van Accountants). Daarmee staat vast dat geïntimeerde 1 het geheimhoudingsbeding heeft overtreden. Het hof ziet de twee e-mails als een en dezelfde overtreding omdat de e-mails hetzelfde onderwerp betreffen. Voor deze overtreding zal het hof (in het eindarrest) de gevorderde boete van € 4.500 euro toewijzen.
Het nevenwerkzaamhedenbeding
In de beëindigingsovereenkomst hebben partijen elkaar finale kwijting verleend voor (toekomstige) vorderingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst, met uitzondering van het relatiebeding en het geheimhoudingsbeding. Het nevenwerkzaamhedenbeding staat niet vermeld bij de uitzonderingen. Dit betekent dat Accountants in de beëindigingsovereenkomst afstand heeft gedaan van (toekomstige) vorderingen wegens overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding uit de arbeidsovereenkomst. Deze vorderingen worden afgewezen.