werknemer/Tentoo

Feiten

Werknemer is sinds 1 september 2009 voor onbepaalde tijd in dienst bij Tentoo op basis van een uitzendovereenkomst. Werknemer is sinds zijn indiensttreding tewerkgesteld bij Omrop Frylân. Per 1 juli 2016 is de inleenopdracht beëindigd. In eerste aanleg heeft werknemer een beroep gedaan op het rechtsvermoeden arbeidsomvang, hetgeen door de kantonrechter is gevolgd. Het uurloon van werknemer is echter in tegenstelling tot hetgeen hij had verzocht (€ 24,72 bruto per uur) vastgesteld op € 20,14 bruto per uur. Daarnaast heeft de kantonrechter de vordering tot betaling van achterstallig loon over de periode tot en met juli 2016 afgewezen. Werknemer verzoekt in hoger beroep onder meer om nabetaling van achterstallig loon en een verklaring voor recht dat zijn arbeidsomvang 97,08 uren per maand betreft. Tentoo verzoekt primair dat het hof de arbeidsduur vaststelt op 48,54 uur per maand en voor het overige het vonnis van de kantonrechter te bekrachtigen.

Oordeel

Het hof is van oordeel dat de verplichting tot juiste inschaling van de ter beschikking gestelde werknemer op diens werkgever ofwel Tentoo berust. Dit houdt niet in dat Tentoo de bewijslast draagt van de juistheid van de inschaling, wel rust op haar een verzwaarde informatieplicht waarop haar standpunt omtrent de inschaling is gebaseerd. Werknemer meent dat hij hoger moet worden ingeschaald, conform de salarisschalen van de overige medewerkers. Hierbij wijst werknemer op medewerker B die een hoger loon ontving. Ten aanzien van deze medewerker heet Tentoo erop gewezen dan zij op persoonlijke gronden hoger was ingeschaald. Het hof is van oordeel dat Tentoo ten aanzien van de overige werknemers onvoldoende (loon)gegevens in het geding heeft gebracht. Het hof biedt Tentoo alsnog de mogelijkheid om nader inzicht te verschaffen in de inschaling van de overige zes medewerkers en de door hen verrichte werkzaamheden. Daarnaast draagt het hof Tentoo op om gegeven te overleggen van alle in schaal G ingedeelde programmamakers bij Omrop Fryslân in 2011. Het loon van werknemer in 2011 dient aan die loongegevens te worden gerelateerd. Verdere beslissing omtrent het uurloon wordt aangehouden. Het beroep op de arbeidsomvang wordt toegewezen. Tentoo betwist de door werknemer genoemde gewerkte uren in de jaren 2012 tot 2015 niet. Tentoo wijst nog op een bepaling in de cao, waarin is opgenomen dat het aantal uren gehalveerd dient te worden. Het hof plaatst hier zijn vraagtekens bij, nu artikel 7:610b BW geen afwijkingsmogelijkheid bevat. Ook de bepaling in de algemene voorwaarden van Tentoo dat een beroep op artikel 7:625 BW (wettelijke verhoging) is uitgesloten is nietig, nu dit een bepaling van dwingend recht is. Het incidentele beroep van Tentoo dat de verhoging niet mocht worden toegekend, faalt dan ook.