Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 16 oktober 2018
ECLI:NL:GHARL:2018:9121
Hornbach Bouwmarkt (Nederland) B.V./werknemer
Feiten
Werknemer is op 1 mei 2014 bij Hornbach in dienst getreden in de functie van Webshop Manager. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen, waarin het werknemer wordt verboden gedurende (en na afloop van) de arbeidsovereenkomst werkzaamheden te verrichten voor – kort gezegd – een concurrent gevestigd binnen 30 kilometer van de vestiging waar werknemer werkzaam is. Werknemer is op enig moment benaderd om in dienst te treden bij BAUHAUS Nederland C.V. (hierna: BAUHAUS) als Projectleider e-Commerce Benelux. Werknemer heeft bij brief van 29 december 2017 zijn arbeidsovereenkomst met Hornbach opgezegd tegen 1 maart 2018. Werknemer is direct door Hornbach op non-actief gesteld. BAUHAUS en werknemer zijn schriftelijk overeengekomen dat werknemer per 1 maart 2018 in dienst zal treden voor één jaar in voornoemde functie. Hornbach houdt werknemer in dit kader aan zijn concurrentiebeding. Werknemer stelt zich op het standpunt dat het concurrentiebeding niet geldt, nu hij zijn werkzaamheden voor BAUHAUS vanuit huis zal gaan verrichten en dit op meer dan 30 kilometer afstand ligt van de Hornbachvestiging waar hij werkzaam is geweest. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer om het concurrentiebeding te schorsen afgewezen. Werknemer vordert ook in hoger beroep onder meer schorsing van het concurrentiebeding.
Oordeel
Uitleg concurrentiebeding
Aan Hornbach kan worden toegegeven dat een non-concurrentiebeding dient te worden uitgelegd met inachtneming van de Haviltex-maatstaf. Hornbach heeft in dat verband gesteld dat het haar bedoeling was om met de geografische beperking in het beding te voorkomen dat medewerkers van haar hoofdkantoor konden overstappen naar het hoofdkantoor van de concurrenten die gevestigd waren binnen 30 km rond de vestigingsplaats van Hornbach. Gesteld noch gebleken is echter dat die bedoeling ook kenbaar was voor werknemer, zodat de door Hornbach gestelde bedoeling geen omstandigheid is die van belang is in het kader van de Haviltex-maatstaf. Nu er geen omstandigheden zijn gesteld die tot een andere uitleg nopen, hecht het hof bij de uitleg van het non-concurrentiebeding zwaar gewicht aan de tekst van dat beding. Daarbij geldt dat het beding, anders dan Hornbach heeft betoogd, niet verbiedt dat werknemer in dienst treedt van BAUHAUS, maar (slechts) dat hij werkzaamheden verricht voor BAUHAUS binnen een gebied van 30 km rond het hoofdkantoor van Hornbach waar werknemer werkzaam was. Zolang dat niet het geval is, overtreedt werknemer naar het oordeel van het hof niet het met hem overeengekomen non-concurrentiebeding. Anders dan Hornbach heeft bepleit, is dus de plaats waar de werkzaamheden feitelijk worden verricht doorslaggevend en niet de plaats van vestiging van de nieuwe werkgever van werknemer.
Schorsing concurrentiebeding
Hornbach en BAUHAUS zijn directe concurrenten van elkaar. Werknemer heeft bij Hornbach gewerkt als Webshop Manager en is bij BAUHAUS in dienst getreden als Projectleider e-Commerce Benelux. Het belang van werknemer is onder meer gelegen in zijn positieverbetering, zowel financieel als wat de inhoud en verantwoordelijkheid van de werkzaamheden betreft. Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat Hornbach onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er voor werknemer concrete mogelijkheden waren om binnen afzienbare tijd een dergelijke positieverbetering bij Hornbach te realiseren. De belangen afwegend ziet het hof aanleiding het non-concurrentiebeding te schorsen met ingang van 1 januari 2019, mede gelet op het feit dat werknemer, zoals tussen partijen vast staat, reeds vanaf 1 januari 2018 feitelijk niet meer voor Hornbach heeft gewerkt.