Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 15 januari 2019
ECLI:NL:GHSHE:2019:86
werknemer/werkgever
Feiten
Werknemer is van 1 oktober 2008 tot 1 april 2016 in dienst geweest bij werkgever. In de arbeidsovereenkomst van werknemer is een bonusregeling opgenomen. Werknemer heeft in eerste aanleg onder meer betaling van de overeengekomen bonus gevorderd. De kantonrechter heeft de vorderingen van werknemer afgewezen. Werknemer komt op tegen dit vonnis.
Oordeel
Werknemer is van oordeel dat werkgever zich niet kan beroepen op de voorwaarde uit de arbeidsovereenkomst waarin is opgenomen dat werknemer in dienst moest zijn ten tijde van de bonusuitbetaling. Werknemer beroept zich daarbij onder meer op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid en op het beginsel van goed werkgeverschap. Werknemer stelt dat hij niet op de hoogte was van de regels behorende bij de bonusregeling. Het hof overweegt dat werkgever niet kan worden tegengeworpen dat werknemer geen kennis had van de regels. Het had op de weg gelegen van werknemer om deze op te vragen. Daarnaast is niet in geschil dat de betreffende regels ook voorafgaande jaren van toepassing waren. Hoewel vaststaat dat werknemer voldeed aan de gestelde doelstellingen heeft hij ontslag genomen, voordat de bonus werd uitbetaald. Op grond van regels behorende bij de bonusregeling maakt werknemer in dat geval geen aanspraak op de bonus. Het hof volgt werknemer er daarnaast niet in dat het in strijd is met het beginsel van goed werkgeverschap dan wel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De voorwaarde gold ook voorafgaande jaren en gold ook voor andere werknemers. Daarnaast heeft de voorwaarde een redelijk doel, namelijk een werknemer voor de organisatie behouden. De grieven van werknemer falen dan ook en het vonnis van de kantonrechter wordt bekrachtigd.