Rechtspraak
werknemer/werkgever
Feiten
Werknemer was vanaf 24 juli 2016, krachtens een arbeidsovereenkomst fase A met uitzendbeding, in dienst van Port Montage in de functie van pijpfitter. Werknemer heeft de Portugese nationaliteit en is de Nederlandse taal niet (goed) machtig. Vanaf 25 juli 2016 tot en met 16 augustus 2016 is werknemer door Port Montage uitgeleend aan Vancom. Vancom heeft op haar beurt werknemer te werk gesteld bij I.T.A. Group BVBA (hierna: ITA) in België. Op 16 augustus 2016 was werknemer werkzaam bij ITA. Op het bedrijfsterrein van ITA is werknemer op voornoemde dag een ongeval overkomen waarbij hij met zijn linkerarm in een kolomboormachine in werking terecht is gekomen. Als gevolg van het ongeval is de onderarm van werknemer op verschillende plaatsen gebroken en moest een deel van de duim geamputeerd worden. Bij brief van 22 mei 2018 heeft werknemer Port Montage aansprakelijk gesteld. Werknemer verzoekt in een deelgeschilprocedure de kantonrechter om te oordelen dat Port Montage aansprakelijk is en haar te veroordelen tot vergoeding van zowel materiële als immateriële schade.
Oordeel
De kantonrechter is, anders dan Port Montage heeft aangevoerd, van oordeel dat het onderhavige verzoek zich wel leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure. Hoewel de kantonrechter begrijpt dat Port Montage zich vanwege het niet, althans onvoldoende, verstrekken van informatie door ITA en/of Vancom, geconfronteerd ziet met een probleem ten aanzien van haar (bewijs) positie, kan niet worden gesteld dat zij ten opzichte van werknemer in haar bewijspositie is geschaad. Port Montage is immers in ieder geval al sinds 22 mei 2018 bekend met de aansprakelijkheidsstelling, zodat zij er in de tussenliggende periode bijvoorbeeld voor had kunnen kiezen om via een kortgedingprocedure alsnog te trachten de door haar benodigde informatie te verkrijgen. Dit heeft zij echter niet gedaan. Dat Port Montage niet beschikt over de door haar verlangde informatie kan dan ook niet aan werknemer worden tegengeworpen. Bovendien richt het verzoek zich enkel op het vaststellen van de aansprakelijkheid. Een oordeel over de aansprakelijkheid kan eraan bijdragen dat de impasse tussen partijen wordt doorbroken. Ten aanzien van het verweer van Port Montage met betrekking tot de aansprakelijkheid wordt als volgt overwogen. Als onbetwist kan worden vastgesteld dat werknemer een ongeval op het werk is overkomen waarbij hij schade heeft geleden. In het onderhavige geval heeft werknemer Port Montage aangesproken. Nu vaststaat dat er een ongeval op het werk heeft plaatsgevonden, leidt dit er in beginsel toe dat Port Montage aansprakelijk is, tenzij zij aantoont dat zij niet is tekortgeschoten in haar zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 lid 1 BW. Daarbij geldt dat Port Montage voor een tekortschieten van ITA en/of Vancom in die zorg als voor eigen tekortschieten aansprakelijk is. Port Montage heeft weliswaar haar stelling, inhoudende dat zij als uitlener haar zorgplicht is nagekomen voldoende geconcretiseerd, maar ten aanzien van de zorgplicht van ITA en/of Vancom heeft zij volstaan met de stelling dat zij bij gebrek aan informatie niet kan uitsluiten dat ITA en/of Vancom aan hun zorgplicht hebben voldoen en zij de stelling van werknemer, inhoudende dat niet aan de zorgplicht is voldaan, bij gebrek aan wetenschap betwist. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Port Montage gelet op het voorgaande weliswaar betwist dat zij haar zorgplicht niet is nagekomen, maar zij heeft die betwisting onvoldoende gemotiveerd. Dat aan de zorgplicht is voldaan mag niet snel worden aangenomen. Door geen informatie te geven over de toedracht van het ongeval, dan wel te concretiseren op welke wijze aan de zorgplicht is voldaan, door met name ITA en/of Vancom, wordt aan de stellingen van Port Montage onvoldoende handen en voeten gegeven. In rechte moet er dan ook van uitgegaan worden dat Port Montage niet aan haar zorgplicht heeft voldaan. Voor zover Port Montage zich heeft willen beroepen op eigen schuld van werknemer, wordt overwogen dat daarvoor slechts in uitzonderingsgevallen plaats is. Dat sprake is geweest van opzet dan wel bewuste roekeloosheid is voorts gesteld noch gebleken. Vorenstaande overwegingen leiden tot het oordeel dat Port Montage ten opzichte van werknemer aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden.