Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Univé Rechtshulp
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Assen), 18 december 2019
ECLI:NL:RBNNE:2019:5204

werknemer/Stichting Univé Rechtshulp

Rechtsbijstandsverzekeraar is niet aansprakelijk voor de schade van werknemer. De normen omtrent zorgvuldigheid van een advocaat worden ook toegepast op de professionele rechtsbijstandsverzekeraar. De vertegenwoordiger heeft werknemer in voldoende duidelijke bewoordingen geïnformeerd. Werknemer heeft uiteindelijk zelf de beslissing gemaakt.

Feiten

Werknemer heeft op 1 augustus 2016 bij Univé een rechtsbijstandsverzekering afgesloten. Werknemer is in de periode 1 november 2007 tot 1 mei 2017 werkzaam geweest bij Jeugdhulp Friesland. Op 3 oktober 2016 heeft werknemer zich ziek gemeld met spanningsklachten. Een lang en moeizaam ziektetraject volgt, waarbij Jeugdhulp Friesland werknemer uiteindelijk een beëindigingsovereenkomst heeft aangeboden. Na een periode van onderhandeling met Jeugdhulp Friesland, heeft werknemer, voorzien van overleg met een vertegenwoordiger van Univé, op 24 januari 2017 een vaststellingsovereenkomst getekend. Vervolgens heeft het UWV de WW-aanvraag en ZW-aanvraag van werknemer afgewezen. Werknemer vordert in deze procedure verklaring voor recht dat Univé toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens werknemer tot het verlenen van rechtsbijstand en aansprakelijk is voor de schade die werknemer daardoor heeft geleden, alsmede een veroordeling van Univé tot betaling van de schade. Aan deze vordering heeft werknemer ten grondslag gelegd dat Univé niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend rechtsbijstandverlener mag worden verwacht. Werknemer is onjuist en onvolledig geïnformeerd en bijgestaan en werknemer is niet op alle mogelijke risico’s gewezen. Het risico dat het UWV werknemer dan verwijtbaar werkloos zou achten en hij geen ziektewetuitkering zou ontvangen, is nimmer aan werknemer meegedeeld. Hierdoor was werknemer niet in staat een weloverwogen beslissing te nemen en heeft hij zijn kansen en mogelijkheden niet goed kunnen inschatten, waardoor werknemer schade heeft geleden. Univé voert verweer.

Oordeel

De rechtbank beoordeelt eerst of het door Univé aan werknemer gegeven advies leidt tot aansprakelijkheid van Univé. Daarbij haalt de rechtbank diverse arresten van de Hoge Raad aan. Hoewel de vertegenwoordiger van Univé geen advocaat is heeft zij wel in haar hoedanigheid van professionele juridische dienstverlener geadviseerd. Overeenkomstig vaste rechtspraak is de maatstaf van de Hoge Raad ook toepasbaar op de beoordeling van de zorgvuldigheid van de diensten door Univé. Gelet op alle omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de vertegenwoordiger van Univé werknemer in voldoende duidelijke bewoordingen heeft geïnformeerd over de mogelijkheden en risico's van het sluiten van een vaststellingsovereenkomst bij ziekte. De rechtbank is van oordeel dat de vertegenwoordiger van Univé er op dat moment redelijkerwijs van uit kon gaan dat werknemer alle vertrouwen in Jeugdhulp Friesland had verloren, dat het beter met hem zou gaan als hij uit dienst zou treden en dat werknemer hoe dan ook weg wilde bij Jeugdhulp Friesland. De rechtbank acht voorts van belang dat werknemer, ook na meermalig overleg, ervoor koos om toch akkoord te gaan met uitdiensttreding. Werknemer gaf expliciet aan dat hij de gok aandurfde, hetgeen impliceert dat hij weloverwogen tot zijn keuze is gekomen. Hoewel, achteraf beschouwd, een beter resultaat denkbaar was geweest, heeft de vertegenwoordiger van Univé een uitkomst weten te bewerkstelligen die gezien de omstandigheden en de uitlatingen van werknemer voldoet aan hetgeen van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot onder gelijke omstandigheden mocht worden verwacht. Omdat, gelet op het hiervoor overwogene, niet is gebleken dat Univé in haar advisering is tekortgeschoten, is de vordering tot vergoeding van de gestelde schade ongegrond. Wat partijen hebben aangevoerd over de hoogte van de schade, de toerekenbaarheid en de causaliteit behoeft daarom geen bespreking meer. De vorderingen worden afgewezen.