Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 4 februari 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:1483
Feiten
Werknemer is in dienst van Lidl Nederland GmbH (hierna: Lidl). Op 2 december 2019 is hij op staande voet ontslagen. Werknemer verzoekt een verklaring voor recht dat aan het ontslag geen dringende reden ten grondslag ligt. In een begeleidende brief bij het verzoekschrift heeft werknemer verzocht om in te stemmen met het horen van getuigen op de zitting van 24 februari 2020. Lidl heeft laten weten dat ook zij er een voorkeur voor heeft dat op de zitting getuigen worden gehoord.
Oordeel
De kantonrechter geeft toestemming aan werknemer en Lidl om getuigen mee te nemen naar de zitting van 24 februari 2020. Op grond van artikel 87 lid 3 Wet Rv, in werking getreden op 1 oktober 2019, kunnen met voorafgaande toestemming van de kantonrechter tijdens de mondelinge behandeling getuigen worden gehoord. Dat artikel geldt ook voor deze verzoekschriftprocedure, mede gelet op artikel 279 lid 6 Rv. Naar de kantonrechter begrijpt uit het verzoekschrift, ziet het verzoek om het horen van getuigen op drie werknemers van Lidl, van wie bij het verzoekschrift schriftelijke, geanonimiseerde verklaringen zijn overgelegd. Verder begrijpt de kantonrechter dat de namen van die werknemers bekend zijn bij Lidl en dat Lidl die werknemers heeft geïnformeerd over de mogelijkheid dat zij op 24 februari 2020 op de zitting als getuigen zullen worden gehoord. De toestemming om getuigen mee te nemen naar de zitting ziet uitsluitend op de drie hiervoor genoemde werknemers. Verder neemt de kantonrechter aan dat Lidl zal regelen en bevorderen dat deze getuigen op de zitting verschijnen. De getuigen hoeven daarom niet vooraf te worden opgeroepen door een van de partijen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.