Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 31 januari 2020
ECLI:NL:RBROT:2020:1708
Feiten
Werknemer is met uitzendbureau Nesflex B.V. een uitzendovereenkomst aangegaan. Per 26 februari 2018 is werknemer via Nesflex tewerkgesteld bij Reijm Nieuwerkerk Transport B.V. (hierna: Reijm). Werknemer vordert een verklaring voor recht dat Nesflex en Reijm hoofdelijk aansprakelijk zijn voor schade die werknemer heeft geleden als gevolg van een arbeidsongeval dat zich op 16 augustus 2018 heeft voorgedaan. Aan zijn vordering heeft werknemer ten grondslag gelegd dat hij op 16 augustus 2018 is geraakt door een graafmachine, die werd bediend door een collega. Werknemer is hierdoor ten val gekomen en door een medewerker van Reijm naar het ziekenhuis gebracht. Werknemer heeft thans met name veel last van zijn linkerhand. Nesflex betwist de vordering en stelt dat zij werknemer heeft doorgeleend aan Reijm, alwaar het ongeluk zou hebben plaatsgevonden. Reijm betwist de toedracht van het ongeval zoals door werknemer geschetst en stelt dat zij daarnaast aan haar zorgplicht heeft voldaan.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoewel het niet aan de werknemer is om de exacte toedracht van het ongeval te schetsen, dient hij conform de hoofdregel wel te stellen en bij betwisting te bewijzen dat hij schade heeft geleden in de uitvoering van zijn werkzaamheden. Gelet op de uitgebreide en gemotiveerde betwisting van Reijm ten aanzien van de toedracht van het ongeval, kan werknemer naar het oordeel van de kantonrechter niet volstaan met de enkele stelling, inhoudende dat hij is geraakt door een graafmachine en daarbij gewond is geraakt, welke stelling op geen enkele wijze is onderbouwd of steun vindt in de door werknemer overgelegde stukken. Van belang daarbij is dat uit de verklaring van de collega die de graafmachine bediende, volgt dat hij uitdrukkelijk betwist werknemer te hebben geraakt en door Reijm is daarnaast verklaard dat zij ook vanuit het kantoor, dat uitzicht heeft op het werkterrein, geen ongeval/commotie heeft waargenomen. Weliswaar staat vast dat werknemer door medewerkers van Reijm gewond is aangetroffen op het terrein van Reijm, doch ten aanzien daarvan is door Reijm onweersproken gesteld dat hij is gevonden bij de containers, 40 à 50 meter gelegen van de plek waar werknemer die dag zijn sorteerwerkzaamheden uitvoerde en waar hij in het kader van zijn werkzaamheden niets te zoeken had. Hiervoor is door werknemer geen verklaring gegeven. Daarbij komt dat ook de door werknemer zelf overgelegde verklaring van het IJsselland Ziekenhuis de toedracht zoals door hem omschreven niet ondersteunt. In deze verklaring staat immers vermeld: ‘Betrokkenen meldde zich op 16-08-2018 op de SEH nadat een stalen paal op zijn rechter been/voet was gevallen’. Alles tezamen maakt dat er nog te veel onduidelijkheid over de toedracht van het ongeval bestaat, terwijl het naar het oordeel van de kantonrechter, temeer in het licht van al hetgeen door Reijm naar voren is gebracht, wel op de weg van werknemer had gelegen om daaromtrent meer duidelijkheid te verschaffen. Daarbij is door Reijm uitgebreid toegelicht dat, en op welke wijze, zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. Voorgaande is door werknemer op geen enkele wijze weerlegd. Dat en zo ja welke schade werknemer heeft geleden is evenmin toegelicht en onderbouwd. Het voorgaande leidt ertoe dat de aansprakelijkheid van Nesflex en Reijm niet is komen vast te staan. De gevorderde verklaring voor recht wordt dan ook afgewezen.