Naar boven ↑

Rechtspraak

Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants/verweerster
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 26 oktober 2020
ECLI:NL:RBAMS:2020:6335
Partijen zijn het eens met de berekeningen in de op 31 augustus 2020 gewezen tussenbeschikking, zodat de desbetreffende bedragen aan achterstallig salaris, vakantiegeld, dertiende maand en vakantie-uren en de schadevergoeding te dien aanzien worden toegewezen.

Feiten

Op 31 augustus 2020 is een tussenbeschikking gewezen waarin partijen in de gelegenheid zijn gesteld om zich uit te laten over de juistheid van de berekeningen (AR 2021-0053). Ter uitvoering van die tussenbeschikking hebben beide partijen een akte ingediend waarin zij zich hierover uitlaten.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt daarover als volgt. Werkneemster heeft in haar akte (ook) gereageerd op de door de kantonrechter in de tussenbeschikking genomen inhoudelijke beslissingen ter zake van de geschilpunten tussen partijen. Zij is het met een deel van die beslissingen niet eens. In de tussenbeschikking zijn partijen echter in de gelegenheid gesteld om uitsluitend te reageren op de juistheid van de berekeningen. Partijen zijn niet in de gelegenheid gesteld om te reageren op de juistheid van de beslissingen die aan die berekeningen ten grondslag liggen. Aan hetgeen werkneemster ter zake van de inhoudelijke beslissingen van de kantonrechter naar voren heeft gebracht, zal dan ook voorbij worden gegaan. Ten aanzien van het achterstallig salaris en schadevergoeding ter hoogte van gederfd loon zijn partijen het eens met de in de tussenbeschikking weergegeven berekeningen. Uit het voorgaande volgt dat de totale schadevergoeding in verband met gederfd loon € 15.466,12 bruto bedraagt. Het totale achterstallige salaris bedraagt € 2.363,99 bruto. Ten aanzien van achterstallig vakantiegeld en dertiende maand en de schadevergoeding zijn partijen het eveneens eens met de in de tussenbeschikking weergegeven berekeningen. Daaruit volgt dat de totale schadevergoeding in verband met gederfd vakantiegeld en dertiende maand € 2.525,64 bruto bedraagt. Het totale achterstallige vakantiegeld en dertiende maand bedraagt € 386,04 bruto. Ten aanzien van de vakantie-uren en de schadevergoeding zijn partijen het ook eens met de in de tussenbeschikking weergegeven berekening(en), zodat vastgesteld wordt dat werkneemster recht heeft op een bedrag van € 6.172,95 bruto aan openstaande vakantie-uren en € 3.672,79 bruto aan schadevergoeding ter hoogte van 96,5 vakantie-uren. Uit het voorgaande volgt dat werkneemster recht heeft op een totale schadevergoeding ter hoogte van € 21.664,55 bruto en een bedrag van € 2.363,99 bruto en € 386,04 bruto aan achterstallig salaris respectievelijk achterstallig vakantiegeld en dertiende maand. Deze bedragen worden toegewezen.