Naar boven ↑

Rechtspraak

ABN AMRO Bank N.V./werkneemster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 12 januari 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:1246
Bankmedewerkster handelt ernstig verwijtbaar door in strijd met kenbaar beleid een klant die een biljet van € 500 euro wilde wisselen in kleine coupures voor te stellen 1 US Dollar aan te kopen, zodat kleine eurocoupures konden worden teruggegeven (zonder commissie in rekening te brengen). Ontbinding e-grond zonder transitievergoeding.

Feiten

Werkneemster is sinds 1 november 2002 in dienst bij ABN AMRO. Als Baliemedewerker Schiphol voerde werkneemster valutawissels en cashtransacties uit volgens bepaalde legitimatieprocedures. ABN AMRO heeft via een e-learningsprogramma, Sharp, werkneemster steeds interactieve trainingen over risico’s gegeven. Ook moest werkneemster via het programma Permanent Actueel haar kennis van de Wet op het financieel toezicht (Wft) up to date houden. In 2017 heeft ABN AMRO met werkneemster besproken dat zij het aantal en het volume van de kasverschillen moest verkleinen om aan de kwaliteitsnormen van haar functie te voldoen. Op 25 juni 2017 is in dit kader een verbeterplan opgesteld. Op 1 mei 2018 heeft werkneemster in strijd met hoofdstuk 5 van het Zakboek Safety & Security, haar Schipholpas uitgeleend aan haar zus. Op 15 oktober 2018 is werkneemster zonder vooraankondiging uit de WhatsApp-groep van het team gestapt. De leidinggevende van werkneemster heeft werkneemster daar per e-mail van 22 oktober 2018 op aangesproken, omdat daarin belangrijke werkinformatie wordt gedeeld. Op 2 mei 2019 heeft werkneemster wederom zonder vooraankondiging deze WhatsApp-groep verlaten. Werkneemster heeft kasverschillen op 18 januari 2019 en 22 april 2019 niet bij de leidinggevende gemeld. Zij is hierop bij e-mails van 18 januari en 24 april 2019 aangesproken. Op 12 juli 2019 heeft ABN AMRO werkneemster een officiële waarschuwing gegeven voor deze verschillende gebeurtenissen. Op 11 januari 2020 heeft werkneemster haar werkdienst met een kasverschil afgesloten zonder haar leidinggevende hiervan op de hoogte te stellen. Op 8, 19 en 30 mei en op 8 en 9 juni 2020 heeft werkneemster een werkdag met een kasverschil afgesloten. Op 1 april 2020 is het beleid omtrent wisseltransacties (cash-for-cash) binnen ABN AMRO aangepast in die zin dat ABNAMRO vanaf deze datum in het geheel geen wisseltransacties meer uitvoerde. Op 8 april 2020 heeft werkneemster bevestigd dat zij zich heeft ingelezen in de nieuwe regels over cash-for-cash en dat zij de training heeft gevolgd. Op 7 juli 2020 heeft een klant bij werkneemster verzocht om een biljet van € 500 te wisselen voor kleinere biljetten. Werkneemster heeft deze klant in eerste instantie laten weten dat dit niet mocht. Nadat de klant voor de tweede keer bij werkneemster is teruggekomen heeft werkneemster aangegeven dat de wissel wel mogelijk is als de klant er een transactie aan zou verbinden. Vervolgens heeft de klant $ 1 gekocht en hiervoor met het biljet van € 500 betaald. Werkneemster heeft voor deze transactie geen commissie in rekening gebracht. Op 16 juli 2020 heeft ABN AMRO met werkneemster gesproken over de transactie op 7 juli 2020. In dit gesprek is aan werkneemster een aantal keer de vraag gesteld of zij dit vaker heeft gedaan, waarop werkneemster ontkennend heeft geantwoord. Werkneemster is na dit gesprek op non-actief gesteld. Uit het onderzoek dat ABN AMRO heeft verricht naar de transactie van 7 juli 2020 is gebleken dat werkneemster op 6 juli 2020 een soortgelijke valutatransactie heeft uitgevoerd. Bij brief van 4 augustus 2020 heeft ABN AMRO werkneemster een beëindigingsvoorstel gedaan. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt. ABN AMRO verzoekt primair de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden vanwege verwijtbaar handelen, disfunctioneren en een verstoorde arbeidsverhouding.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de genoemde feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onder e BW. Het uit de Whatsapp-groep stappen is ergerlijk en onhandig, maar betekent niet dat werkneemster niet op de hoogte was van belangrijke informatie, omdat die informatie immers ook per e-mail en via een ander forum werd gedeeld. Het uitlenen van de Schipholpas is, zoals werkneemster ook heeft betoogd, weliswaar al enige tijd geleden, maar daarom niet minder kwalijk. Het is in strijd met de Schipholregels en het betekent dat iemand die daarvoor niet geautoriseerd is in een gebied komt waar zij niets te zoeken heeft. Ook het handelen in strijd met de regels in het geval van een kasverschil door niet de leidinggevende te informeren, is verwijtbaar. Zelfs nadat zij een officiële waarschuwing had ontvangen voor het niet melden van kasverschillen op 18 januari 2019 en 22 april 2019, ging werkneemster op 11 januari 2020 weer in de fout. De wisseltransacties op 6 en 7 juli 2020 vindt de kantonrechter ernstig verwijtbaar. In de bancaire sector zijn integriteit en vertrouwen van groot belang. Het belang dat ABN AMRO heeft bij naleving van (integriteits)regels en procedures door haar medewerkers is evident, omdat sprake is van streng toezicht op naleving van dergelijke regels en schending hiervan ingrijpende gevolgen voor ABN AMRO kan hebben. De valutatransacties die werkneemster op 6 en 7 juli 2020 heeft uitgevoerd zijn in flagrante strijd met het beleid dat ABN AMRO in grote rode letters op 11 maart 2020 heeft afgekondigd. Dat aangescherpte beleid ten aanzien van cash-for-cash (dat mede te maken heeft met het risico op witwassen) moet, anders dan werkneemster ter zitting heeft betoogd, voor werkneemster volstrekt duidelijk zijn geweest. Desondanks heeft werkneemster op 6 en 7 juli 2020 klanten die een biljet van respectievelijk € 200 en € 500 wilden wisselen in kleine coupures, voorgesteld om met dat eurobiljet van 200 respectievelijk 500 $ 1 te kopen, zodat werkneemster kleine eurobiljetten terug kon geven. Op deze manier is in feite een wissel van groot naar klein gerealiseerd. Dat werkneemster dit heeft gedaan om de klanten ter wille te zijn verklaart haar gedraging maar levert daarvoor geen rechtvaardiging op. ABN AMRO hoeft aan werkneemster geen transitievergoeding te betalen, omdat de kantonrechter van oordeel is dat de valutatransacties die werkneemster op 6 en 7 juli 2020 heeft verricht ernstig verwijtbaar handelen opleveren.