Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/De Technische Detacheerder Diensten B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 3 maart 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:2086
Arbeidsovereenkomst is door geen van de partijen opgezegd, maar is van rechtswege geƫindigd door het verstrijken van de bepaalde tijd. Verzoek tot betaling achterstallig salaris toegewezen, transitievergoeding afgewezen.

Feiten

Werkneemster is op 1 juni 2020 voor bepaalde tijd tot 1 januari 2021 in dienst getreden bij De Technische Detacheerder Diensten B.V. (hierna: TDD). Verder staat in de arbeidsovereenkomst dat tijdens ziekte het salaris 100% bedraagt. Op 24 augustus 2020 hebben partijen elkaar op het kantoor van TDD gesproken. Naar aanleiding van dit gesprek hebben partijen de diverse sms- en e-mailberichten over en weer gestuurd, waarin onder andere is onderhandeld over een beëindiging. Latere onderhandeling via gemachtigden heeft evenmin tot een oplossing geleid. Werkneemster heeft zich op 14 september 2020 ziek gemeld. Op 15 september 2020 heeft TDD een e-mail aan werkneemster gestuurd met de mededeling dat de samenwerking per 1 oktober 2020 eindigt. In reactie hierop heeft werkneemster aangegeven hier niet mee in te stemmen. Vanaf 1 oktober 2020 heeft werkneemster geen salaris meer ontvangen van TDD. Zij heeft zich wel beschikbaar gehouden voor haar werkzaamheden. In deze procedure verzoekt werkneemster vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst door TDD en betaling van het loon van 1 oktober 2020 tot het einde van de arbeidsovereenkomst.

Oordeel

De kantonrechter is allereerst van oordeel dat de berichten van TDD op zichzelf en in onderling verband niet als opzegging gekwalificeerd kunnen worden. Partijen waren op dat moment met elkaar in onderhandeling om tot een vaststellingsovereenkomst te komen; onderhandelingen die niet tot resultaat hebben geleid. In haar e-mail van 15 september 2020 is TDD er ten onrechte van uitgegaan dat is besproken en afgesproken dat de arbeidsrelatie per 1 oktober 2020 zou eindigen. Werkneemster heeft dit aanbod niet aanvaard. Bovendien heeft werkneemster deze mededeling gedaan voordat zij zich had laten informeren door haar gemachtigde over de gevolgen van het meewerken aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Daarbij acht de kantonrechter het mede van belang dat de e-mails geen opzeggingsgrond bevatten, niet wordt opgezegd met inachtneming van de opzegtermijn en door TDD geen eindafrekening is opgemaakt. Ook van een werkgever mag duidelijkheid worden verwacht als het gaat om een (eenzijdige) beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Deze duidelijkheid ontbreekt. De arbeidsovereenkomst is derhalve niet door TDD opgezegd. De kantonrechter is voorts van oordeel dat uit de berichten van werkneemster evenmin kan worden afgeleid dat zij de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Van een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van werkneemster is geen sprake. Het enige dat uit de berichten blijkt is dat werkneemster wilde stoppen met haar werkzaamheden bij TDD en dat partijen in onderhandeling zijn getreden om gezamenlijk tot een oplossing te komen. De onderhandelingen, eerst tussen partijen zelf en daarna tussen gemachtigden, hebben uiteindelijk niet tot resultaat geleid. De conclusie van het voorgaande is dat de arbeidsovereenkomst niet is opgezegd en ook niet anderszins is geëindigd. De arbeidsovereenkomst heeft derhalve voortgeduurd. Vaststaat dat werkneemster vanaf 1 oktober 2020 geen loon/ziekengeld heeft ontvangen, terwijl hij zich wel beschikbaar heeft gehouden voor de arbeid. Dit betekent dat TDD is gehouden het loon/ziekengeld te betalen tot 1 januari 2021, de datum waarop de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd door het verstrijken van de bepaalde tijd. Het verzoek van werkneemster wordt toegewezen. Tot slot is de kantonrechter van oordeel dat TDD geen transitievergoeding verschuldigd is. Zoals eerder overwogen volgt duidelijk uit de ingebrachte stukken dat werkneemster de arbeidsovereenkomst niet wilde voortzetten bij TDD. Daarmee heeft werkneemster – en niet TDD – het initiatief genomen om de arbeidsrelatie niet voort te zetten, zodat voor betaling van de transitievergoeding geen aanleiding bestaat.