Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 25 mei 2022
ECLI:NL:RBLIM:2022:4128
Feiten
Werknemer is met ingang van 10 juli 2020 op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst getreden van Atlas Hotel B.V. (hierna: Atlas) in de functie van nachtreceptionist. De arbeidsovereenkomst is nadien verlengd. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao voor het Horeca- en Aanverwante Bedrijf van toepassing. Daarin staan verscheidene regels met betrekking tot de doorbetaling van loon bij ziekte. Werknemer is sinds 20 augustus 2021 arbeidsongeschikt. In kort geding vordert werknemer onder meer Atlas te veroordelen tot betaling van het achterstallig loon bij ziekte over de maanden augustus 2021 tot en met maart 2022, alsmede het loon vanaf april 2022 tot aan het moment van herstel dan wel het rechtsgeldig einde van de arbeidsovereenkomst. Partijen verschillen van mening over de vraag welke referteperiode dient te worden aangehouden. Werknemer heeft aan zijn vordering een referteperiode van mei tot en met juli 2021 ten grondslag gelegd. Volgens Atlas dient er een ruimere referteperiode dan de drie door werknemer genoemde maanden te worden gehanteerd, omdat Atlas opereert in een branche die onderhevig is aan seizoenschommelingen. Atlas geeft daarbij aan dat de maanden mei, juni en juli in de horecabranche gekenmerkt worden door een piek. Atlas stelt zich aldus op het standpunt dat de door werknemer genoemde referteperiode onvoldoende representatief is en een referentieperiode van zeven maanden aangewezen is.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter zal, gelet ook op het debat van partijen omtrent de referteperiode en in afwijking van het wettelijk vermoeden, een referentieperiode van zeven maanden tot uitgangspunt voor de arbeidsomvang van werknemer nemen. Partijen zijn het eens over de berekeningswijzen uiteengezet door de kantonrechter. Het vorenstaande brengt met zich dat een bedrag van € 436,03 bruto aan achterstallig loon bij ziekte over de maanden augustus 2021 tot en met maart 2022 voor toewijzing gereed ligt. Het gevorderde loon vanaf april 2022 bedraagt het netto-equivalent van € 1.801,17 bruto per maand bij ziekte.