Feiten 

Werkneemster is op 11 juli 2022 voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Postion, een uitzendbureau. Op de arbeidsovereenkomst is de NBBU-cao voor vaste medewerkers uitzendondernemingen van toepassing. Aan werkneemster is een bedrijfsauto ter beschikking gesteld waarbij het haar toegestaan is om de auto privé te gebruiken. Op 5 december 2022 heeft Positon aan werkneemster een beëindigingsovereenkomst voorgehouden. Deze heeft werkneemster niet getekend. De volgende dag, op 6 december 2022, heeft werkneemster zich ziek gemeld. Diezelfde dag heeft Positon de bedrijfsauto bij werkneemster opgehaald en de uitbetaling van het loon gestaakt. Werkneemster heeft Positon verzocht een bedrijfsarts in te schakelen en haar loon uit te betalen. Positon heeft op 24 januari 2023 het loon van december ter hoogte van € 1.984,88 netto uitbetaald. Op 1 februari 2023 heeft zij het loon van januari ter hoogte van € 2.828,41 netto uitbetaald. Positon heeft daarbij geen loonstroken verstrekt. Werkneemster heeft een loonvordering ingesteld en teruggave van de bedrijfsauto gevorderd.  

Oordeel 

De kantonrechter stelt voorop dat werkneemster recht heeft op loon op grond van artikel 7:629 BW. Positon is dan ook gehouden om met ingang van 6 december 2022 het loon uit te betalen over 32 uur per week ter hoogte van € 3.825,00 bruto per maand en overige emolumenten, vermeerderd met de – door Positon erkende – loonstijging van 4,5% vanaf 1 januari 2023 en verminderd met de reeds betaalde bedragen van € 1.984,88 en € 2.828,41 netto. Daarbij dient gelet op de arbeidsongeschiktheid van werkneemster rekening te worden gehouden met het bepaalde in artikel 8 van de arbeidsovereenkomst waarin staat opgenomen dat zij bij arbeidsongeschiktheid de eerste 26 weken recht heeft op 100% doorbetaling van haar salaris. Tevens benadrukt de kantonrechter dat Positon op grond van de wet verplicht is loonstroken te verstrekken. Ten aanzien van de bedrijfsauto oordeelt de kantonrechter dat deze als ‘loon in natura’ kan worden aangemerkt. Bij ziekte van een werknemer blijft deze arbeidsvoorwaarde verschuldigd en heeft de werknemer in beginsel recht op continuering van het privégebruik van de bedrijfsauto. In de bruikleenovereenkomst staat echter opgenomen dat werkneemster gehouden is de auto in te leveren indien zij de functie niet langer uitoefent wegens arbeidsongeschiktheid. Postion heeft de auto dan ook mogen innemen.