Feiten

Werknemer is op 1 oktober 1982 bij (de rechtsvoorganger van) Volta Limburg in dienst getreden. In het bedrijfsbeleid van Volta Limburg is de regeling Verlofsparen (hierna: de regeling) neergelegd. In 2019 heeft werknemer zich doen informeren over gebruikmaking van de regeling met het oog op prepensioen. In dat jaar heeft een externe adviseur een berekening gemaakt, waarbij werd uitgegaan van een prepensioendatum van 1 maart 2023. Tussen partijen is vervolgens nog gecorrespondeerd over de einddatum, waarbij eveneens werd uitgegaan van 1 maart 2023. Met ingang van 1 juni 2022 heeft werknemer gebruikgemaakt van de regeling door zijn spaarverlof op te nemen. Op 8 februari 2023 is werknemer op het spreekuur bij de bedrijfsarts geweest. Op 7 maart 2023 heeft werknemer verzocht in te loggen op het systeem. Volta Limburg heeft werknemer daarop bericht dat het dienstverband op 1 maart 2023 is afgelopen. Volta Limburg heeft vervolgens nog het, in verband met de ziekte nog resterende, spaarverlof uitbetaald. Tevens is een na maart 2023 nog geplande afspraak met de bedrijfsarts geannuleerd. Werknemer heeft het standpunt ingenomen nog in dienst te zijn, omdat het spaarverlof conform de regeling tijdelijk is stopgezet en bij herstel zal worden hervat. Als het spaarverlof te zijner tijd is opgenomen, kan het dienstverband worden beëindigd. Werknemer vordert wedertewerkstelling (na zijn eventuele betermelding en het aflopen van het spaarverlof) en betaling van achterstallig loon.

Oordeel

Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen per 1 maart 2023 is beëindigd, en wel door opzegging door werknemer. Niet is in geschil dat werknemer met ingang van 1 juni 2022 spaarverlof heeft genomen voor een aaneengesloten periode van negen maanden met als doel het eerder stoppen voorafgaand aan het prepensioen per 1 maart 2023. De kantonrechter oordeelt dat uit e-mailberichten een voldoende duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van werknemer is te lezen, gericht op beëindiging van de arbeidsovereenkomst en wel per 1 maart 2023. Werknemer heeft zich bovendien daarnaar gedragen. Hij heeft een afscheidsmail gestuurd naar zijn collega’s en laten sturen naar zijn externe relaties, hij heeft een afscheidsfeestje gegeven en zijn leaseauto ingeleverd. Werknemer miskent voorts dat hij bij zijn keuze niet over een nacht ijs is gegaan. Al in 2019 heeft hij informatie ingewonnen over zijn mogelijke pensioendatum en ook daarna heeft hij meermaals contact gehad over de hoeveelheid spaarverlof die hij nodig had om eerder te kunnen stoppen met werken. Er is dan ook geen sprake geweest van een eenmalige onverwachte of emotionele mededeling. Het ziekteverzuim tijdens het gebruikmaken van de regeling kan niet tot gevolg hebben dat de einddatum van de arbeidsovereenkomst opschuift. Dit vindt zo ook geen steun in de regeling. Het ziek zijn diende wel te worden gemeld, en heeft tot gevolg gehad dat werknemer gedurende zijn ziekte loon kreeg doorbetaald en het verlof niet werd afgeschreven. Het op 1 maart 2023 niet opgenomen verlof is door Volta Limburg uitbetaald, zo blijkt uit de eindafrekening. De vorderingen worden afgewezen.