Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 28 april 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:5934
Feiten
Werkneemster is als uitzendkracht in dienst bij Koninklijke Sanders B.V. c.s. (hierna: Sanders). Op 7 mei 2020 struikelt werkneemster over een losliggende pallet waarbij zij letsel oploopt. Op 18 mei 2020 blijkt uit een röntgenfoto dat werkneemster een breuk in haar elleboog heeft. Werkneemster heeft hierna zes maanden een Ziektewetuitkering ontvangen en is vervolgens elders in dienst getreden. Eind augustus wordt Sanders aansprakelijk gesteld voor de geleden schade. Werkneemster vordert onder meer dat Sanders aansprakelijk is voor de geleden schade.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De zorgplicht van een werkgever ex artikel 7:658 BW schept geen absolute waarborg voor bescherming van werknemers tegen het gevaar van arbeidsongevallen. Welke veiligheidsmaatregelen een werkgever moet treffen en op welke manier de werknemer geïnstrueerd moet worden, is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval. Hierbij is van belang de aard van de werkzaamheden, de kenbaarheid van het gevaar, de kans op verwezenlijking van het gevaar, de ernst van de gevolgen en de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen. Ter onderbouwing van de stelling van Sanders dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan, voert zij aan dat werkneemster reeds langere tijd met dezelfde machine heeft gewerkt en dat zij daar instructies heeft gekregen over de wijze waarop het werk moest worden uitgevoerd, waarbij werkneemster ook is gewezen op de locatie van de pallet. De pallet werd gebruikt voor het opstapelen van lege dozen en had een vaste plek, hetgeen wordt bevestigd door de verklaringen daarover van (ex-)werknemers en eveneens blijkt uit de door Sanders overgelegde risico-inventarisatie en evaluatie uit 2015, waarin geen aandachtspunten zijn opgenomen over de pallets op de werkvloer van de afdeling waar werkneemster werkzaam was. Werkneemster betwist dat de pallet een vaste plek heeft en zet vraagtekens bij het waarheidsgehalte van de getuigenverklaringen, maar kan haar betwisting niet concretiseren. Werkneemster wordt daarom niet gevolgd in haar stelling dat de enkele aanwezigheid van een pallet als gevaarlijk kan worden bestempeld. Werkneemster heeft ook niet betwist dat er voldoende ruimte was om langs de pallet heen te lopen. Gelet op voorgaande heeft Sanders voldoende aangetoond dat zij heeft voldaan aan haar zorgplicht. Niet kan worden vastgesteld dat en waarom Sanders meer of andere veiligheidsmaatregelen voor de pallet op de vloer zou treffen. Sanders is daarom niet aansprakelijk voor eventuele schade van werkneemster.