Feiten 

Op 1 augustus 2021 is werknemer in dienst getreden van GLS. Sinds 2012 staat werknemer ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel als eenmanszaak Taxi X. Op 10 september is werknemer tijdens zijn laadwerkzaamheden (in opdracht van GLS) ten val gekomen. Op 13 september 2021 heeft werknemer zich ziek gemeld. Op 5 oktober 2021 is werknemer door de bedrijfsarts gehoord. Voor de lichamelijke klachten is gesproken over aanvullend onderzoek. De prognose was gunstig, met herstel binnen enkele weken. Op 26 oktober 2021 heeft er een gesprek plaatsgevonden met GLS over het incident op 10 september 2021. Op 2 november 2021 is werknemer opnieuw gehoord door de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft geconstateerd dat het gesprek voor werknemer niet het beoogde effect heeft gehad. Bij brief van 3 november 2021 heeft werknemer GLS aansprakelijk gesteld. Vervolgens hebben er meerdere gesprekken plaatsgevonden met de bedrijfsarts, een psycholoog en GLS. Werknemer heeft o.a. aangegeven dat hij nog steeds fysieke en mentale beperkingen heeft en dat die niet waren afgenomen. Ook kreeg werknemer begin 2022 naar eigen zeggen een coronabesmetting. In opdracht van GLS heeft recherchebureau X werknemer op 20, 25 en 31 januari 2022 geobserveerd. X zegt in een samenvatting dat niet is gebleken dat werknemer kampt met fysieke beperkingen. Bij brief van 2 februari 2022 heeft GLS aan werknemer meegedeeld dat er op grond van de observaties van X grote twijfels zijn gerezen. GLS zag een mogelijk grond voor onmiddellijke beëindiging en heeft werknemer uitgenodigd om op 4 februari 2022 zijn kant van het verhaal te vertellen. Bij brief van 11 februari 2022 heeft GLS werknemer op staande voet ontslagen, omdat hij zowel GLS als de bedrijfsarts onjuiste informatie heeft verstrekt met betrekking tot zijn belastbaarheid, taxiwerkzaamheden heeft verricht op 25 januari 2022 en onjuiste mededelingen heeft gedaan met betrekking tot zijn coronabesmetting. Bij brief van 23 februari 2022 is namens werknemer geprotesteerd tegen het ontslag. Werknemer heeft in eerste aanleg betaling van achterstallig loon en een billijke vergoeding verzocht. De kantonrechter heeft de verzoeken afgewezen. Werknemer komt tegen de beslissing op.  

Oordeel 

Onverwijldheid 

Het hof is van oordeel dat het ontslag onverwijld is gegeven. GLS heeft onderzoek gedaan en X ingeschakeld, die bijna twee weken onderzoek heeft gedaan. Ook heeft GLS nog aanvullende informatie opgevraagd bij de bedrijfsarts. Naar het oordeel van het hof zijn alle stappen voldoende voortvarend genomen.  

Dringende reden 

Het hof is van oordeel dat uit het onderzoeksrapport van X kan worden afgeleid dat werknemer onjuiste informatie over zijn belastbaarheid heeft verstrekt. De door X geschetste gang van zaken komt geenszins overeen met hetgeen werknemer heeft verklaard over zijn belastbaarheid en beperkingen bij de bedrijfsarts en tijdens het gesprek op 13 januari 2022, te weten dat hij geen enkele benutbare mogelijkheid heeft. Daarbij weegt het hof ook mee dat werknemer niet voldoende voortvarend heeft meegewerkt aan het ondertekenen en terugsturen van de medische machtiging naar de bedrijfsarts, waardoor het voor GLS niet mogelijk was om tijdig de door werknemer gestelde klachten medisch te objectiveren bij de behandelde sector. Niet is naar het oordeel van het hof vast komen te staan dat werknemer (taxi)werkzaamheden heeft verricht op 25 en/of 31 januari 2022. Werknemer heeft personen vervoerd, maar niet is gebleken dat dit bedrijfsmatig was. Wel is voldoende vast komen te staan dat werknemer onjuiste mededelingen heeft gedaan over zijn COVID-19-besmetting. Het hof is van oordeel dat de gedragingen een dringende reden opleveren die ontslag op staande voet rechtvaardigen. De bestreden beschikking wordt bekrachtigd.