Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 23 januari 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:388
Tussenbeschikking. Werkneemster staat onder bewind op de dag van indiening van het verzoekschrift. Bewindvoerder dient op te treden als formele procespartij.

Feiten

Werkneemster is bij beschikking van 28 november 2023 onder beschermingsbewind gesteld in verband met problematische schulden, met Stichting Bewindvoering.nl als bewindvoerder. Het verzoekschrift in deze procedure is gedateerd 27 november 2023 en is op 28 november 2023 ter griffie ontvangen. De procedure is pas aanhangig vanaf het moment dat het verzoekschrift door de rechtbank is ontvangen. Dit was op dezelfde dag dat werkneemster onder bewind is gesteld. Werkneemster verzoekt vernietiging van haar ontslag op staande voet en de betaling van haar loon. 

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat deze procedure op grond van het bepaalde in artikel 1:441 BW slechts door de bewindvoerder kan worden ingesteld. Het gaat in deze zaak om een verzoek tot vernietiging van een ontslag op staande voet en een loonvordering. De uit de arbeidsovereenkomst (eventuele) voortvloeiende rechten van werkneemster zijn aan te merken als goederen in de zin van artikel 1:431 lid 1 BW. De bewindvoerder dient daarom op te treden ten behoeve van werkneemster als formele procespartij in een procedure als deze. De kantonrechter stelt werkneemster in de gelegenheid een verklaring in het geding te brengen waaruit blijkt dat de bewindvoerder de procedure als formele procespartij overneemt. Deze verklaring dient uiterlijk op dinsdag 6 februari 2024 te zijn ontvangen. Indien de verklaring niet tijdig wordt ontvangen, zal werkneemster niet-ontvankelijk worden verklaard.