Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 5 februari 2024
ECLI:NL:RBAMS:2024:620
Feiten
Werkneemster verricht sinds 1 oktober 2008 werkzaamheden in opdracht van de Stichting AHF Global Immunity (hierna: AHF), en sinds 1 januari 2011 op basis van een arbeidsovereenkomst. Werkneemster was laatstelijk werkzaam als Europe Bureau Chief, tegen een salaris van € 10.488,38 bruto per maand exclusief emolumenten. Op 11 juli 2023 heeft AHF haar zorgen geuit over het functioneren van werkneemster. Partijen zijn een verbeterplan overeengekomen. Het verbetertraject zou starten op 1 augustus 2022. Per brief van 2 augustus 2023 is werkneemster echter op non-actief gesteld. Op 28 augustus en 5 september 2023 hebben enkele medewerkers verklaard dat het management (waaronder werkneemster) een ‘toxische werkomgeving’ creëert. Volgens verklaringen is het management nauwelijks op kantoor en was het onmogelijk om ideeën met het management te delen. Werkneemster heeft zich op 13 september 2023 ziekgemeld. Op 18 september 2023 heeft AHF de op non-actiefstelling opgeheven. Vervolgens heeft AHF werkneemster afgesloten van haar accounts en is haar de digitale toegang tot AHF ontzegd. Tevens heeft AHF de sloten van het kantoor laten vervangen, zonder werkneemster hiervan op de hoogte te brengen. Bij brief van 29 oktober 2023 heeft AHF de arbeidsovereenkomst per direct opgezegd, vanwege – kort gezegd – mismanagement. Werkneemster verzoekt voor recht te verklaren dat het ontslag niet rechtsgeldig is en AHF te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en een billijke vergoeding van € 629.314,76 bruto.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Opzegging
Vaststaat dat werkneemster niet met de opzegging heeft ingestemd, dat het UWV geen toestemming heeft verleend en dat de opzegging niet heeft plaatsgevonden in een proeftijd. Voor zover AHF betoogt dat sprake is van een (rechtsgeldig) ontslag op staande voet, heeft zij dat onvoldoende onderbouwd. Bovendien was werkneemster arbeidsongeschikt. De gevraagde verklaring voor recht wordt gegeven.
Vergoedingen
AHF wordt veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding (€ 53.234,04 bruto) en de gefixeerde schadevergoeding (€ 33.982,35 bruto). De kantonrechter kent eveneens een billijke vergoeding toe, omdat is opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. AHF kan daarvan ook een ernstig verwijt worden gemaakt. Hierbij is van belang dat het verbetertraject al na één dag is geëindigd, werkneemster ten onrechte op non-actief is gezet en stiekem de sloten zijn veranderd zonder kennisgeving aan werkneemster. Vervolgens is het dienstverband van werkneemster – zonder gegronde reden – met onmiddellijke ingang opgezegd. De kantonrechter acht het, gezien de leeftijd, kennis en ervaring van werkneemster, realistisch dat het haar aanzienlijke tijd zal kosten om vergelijkbaar werk te vinden, als dat zelfs al lukt. Daarom kent de kantonrechter een billijke vergoeding van € 400.000 bruto toe, rekening houdend met de mogelijkheid van vergelijkbaar werk elders en het feit dat een arbeidsovereenkomst geen zekerheid tot de pensioendatum biedt.