Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/SHG Apotheken
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 12 januari 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:1203
Schadebegroting aan de hand van artikel 6:104 BW. Schadevergoeding van € 34.290,23 toegewezen. Onderzoekskosten van € 23.854,02 toegewezen.

Feiten

In een tussenbeschikking zijn de verzoeken van werknemer reeds beoordeeld. De kantonrechter verwijst naar en volhardt in dit oordeel. Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die thans tot een afwijkend oordeel zouden moeten leiden. SHG heeft onder meer een schadevergoeding en onderzoekskosten gevorderd.

Oordeel

SHG heeft gesteld dat het door werknemer overgelegde bankafschrift onbetrouwbaar is en dat werknemer eerder documenten zou hebben vervalst. De kantonrechter acht het bankafschrift echter betrouwbaar en volledig. Om die reden wordt het bankoverzicht integraal betrokken in de schadebegroting. Wat betreft de schadebegroting stelt SHG dat werknemer winst heeft behaald door verkoop van medische goederen, waarvoor hij moet opdraaien. Werknemer betwist dit en stelt dat hij geen winst heeft gemaakt. De kantonrechter oordeelt dat werknemer wel degelijk winst heeft gerealiseerd, gebaseerd op het bankoverzicht en het uitblijven van bewijs van hogere inkoopkosten. De kantonrechter gaat ervan uit dat werknemer door zijn onrechtmatige handelen een winst van € 34.290,23 heeft gerealiseerd. De door SHG gevorderde schadevergoeding tot een bedrag van € 34.290,23 wordt toegewezen. SHG vordert tevens de onderzoekskosten die volgens haar noodzakelijk waren voor het vaststellen van schade en aansprakelijkheid. De kantonrechter oordeelt dat deze kosten redelijk zijn, gezien het uitgevoerde onderzoek en de houding van werknemer. Om die reden zullen de gevorderde onderzoekskosten van € 23.854,02 worden toegewezen.