Feiten

Werknemer is in 2019 in dienst getreden van Action Service & Distributie B.V. (hierna: Action) in de functie van supply chain manager tegen een brutojaarsalaris van € 130.000, inclusief vakantiegeld en exclusief emolumenten. Werknemer is verantwoordelijk voor het functioneren van de distributiecentra van Action in Peine, Biblis en Bratislava. Daarbij gaat het om tijdige en volledige aflevering van goederen vanuit de distributiecentra naar de winkels van Action, tegen zo laag mogelijke kosten. Op 15 augustus 2023 hebben partijen gesproken over beëindiging van het dienstverband door middel van een VSO, omdat een eerder ingezet coachingtraject naar de mening van Action tot onvoldoende resultaten in een aantal onderdelen van het functioneren van werknemer heeft geleid. Werknemer is per die datum ook vrijgesteld van werkzaamheden. Werknemer heeft bezwaar gemaakt en gevraagd om een toelichting op de voorgestelde beëindiging, alsmede toezending van de VSO. Op 4 september 2023 heeft werknemer zich ziek gemeld. Werknemer heeft in september laten weten open te staan voor mediation. Tot en met 13 oktober 2023 is er overleg geweest over een mogelijke beëindiging met wederzijds goedvinden. Tot overeenstemming is het niet gekomen. Uit de probleemanalyse d.d. 3 november 2023 volgt dat sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid en partijen met elkaar in gesprek moeten gaan. Daarna bestaan mogelijkheden tot re-integratie in eigen werk. Het contact tussen Action en werknemer verloopt daarna via de advocaat van werknemer, X. Bij e-mail van 24 november 2023 heeft Action een mediatior voorgesteld. X heeft aangegeven dat deze mediator het niet gaat worden, dat er overleg dient plaats te vinden over de aan te stellen mediator en dat werknemer duidelijkheid wil over de bedoeling van de mediation. Bij e-mail van 7 december 2023 heeft de advocaat van Action werknemer verzocht binnen twee dagen te bevestigen dat hij onvoorwaardelijk bereid is deel te nemen aan mediation met de voorgestelde of een andere mediator. Indien werknemer niet voldoet aan dit verzoek, concludeert Action dat werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet nakomt. Werknemer heeft niet gereageerd. Op 12 december 2023 heeft Action een loonstop aangekondigd indien werknemer geen gehoor geeft. Op 13 december 2023 is de loonstop toegepast. Nadien is tussen partijen gecorrespondeerd, maar tot mediation is het niet gekomen. Werknemer vordert achterstallig loon.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer is sinds 13 september 2023 arbeidsongeschikt. Gedurende die periode heeft werknemer recht op loon, tenzij hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan redelijke re-integratievoorschriften. Action beroept zich op de tenzij-clausule. De kantonrechter is van oordeel dat het verzoek van Action aan werknemer om te bevestigen dat hij akkoord gaat met mediation en de inschakeling van een mediatior is aan te merken als een redelijk voorschrift. Van belang daarbij is het advies van de bedrijfsarts d.d. 3 november 2023, het plan van aanpak, het moeizame contact met werknemer, het voorstel op initiatief van Action voor een mediator en de waarschuwing voor de loonstop. Het verweer van werknemer dat hij wel heeft willen meewerken aan mediation, maar daaraan de voorwaarde mocht stellen dat de inzet van de mediation zou zijn ‘terugkeer in eigen werk’ kan in dit geval niet slagen. Het mediationtraject moet ingezet kunnen worden zonder voorafgaande voorwaarden over het doel of de uitkomst daarvan. Bij dit alles wordt betrokken dat bij het voorschrift aan werknemer de keuze is gegeven om een andere mediator in te schakelen alsmede dat werknemer zijn advocaat mocht meenemen. Kortom, van werknemer kan in redelijkheid worden gevergd dat hij het voorschrift opvolgt. Afwijzing volgt van de vordering van werknemer.