Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 15 maart 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:4367
Feiten
Bj e-mail van 23 februari 2024 heeft Draagkracht de kantonrechter verzocht de op 20 februari 2024 gegeven beschikking aan te vullen, aangezien is verzuimd te beslissen op het verzoek van Draagkracht. Het ging om het verzoek om werknemer te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding. Werknemer is in de gelegenheid gesteld zich over dat verzoek uit te laten. Bij bericht van 4 maart 2024 heeft werknemer bevestigd en erkend dat op het (tegen)verzoek geen beslissing is genomen.
Oordeel
De kantonrechter is van oordeel dat in de beschikking van 20 februari 2024 is verzuimd te beslissen op het verzoek van Draagkracht. Op dat punt dient die beschikking dan ook te worden aangevuld. Draagkracht heeft geen verbinding gelegd tussen het rechtmatig gegeven ontslag op staande voet en de opzet of schuld van werknemer daaraan. Gelet op de tekst van artikel 7:677 lid 2 BW was het aan Draagkracht om dat te stellen (en onderbouwen) en nu zij dat heeft nagelaten ontbreekt de rechtsgrond voor het toekennen van de gefixeerde schadevergoeding. Op grond daarvan wordt het verzoek tot het toekennen van de gefixeerde schadevergoeding afgewezen.