Feiten

Werknemer is van 6 december 2022 tot en met 17 juni 2023 als oproepkracht werkzaam geweest bij werkgever in de functie van beveiliger. Werknemer vordert veroordeling van werkgever tot betaling van € 7013,78 aan achterstallig loon. Werknemer stelt zich kort gezegd op het standpunt dat werkgever de verkeerde cao op de arbeidsovereenkomst heeft toegepast. Op de arbeidsovereenkomst  tussen partijen is namelijk de algemeen verbindend verklaarde cao Particuliere Beveiliging (hierna: cao PB) van toepassing en niet de door werkgever gehanteerde cao Evenementen- en Horecabeveiligingsbranche (hierna: cao EHB), aldus werknemer.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vast staat dat werkgever een beveiligingsbedrijf uitoefent dat onder de werkingssfeer van de cao PB valt. Dit betekent dat de cao PB van toepassing is op de arbeidsovereenkomst die partijen hebben gesloten en dat werkgever de verkeerde cao heeft toegepast. De kantonrechter komt op basis daarvan tot de slotsom dat werkgever een bedrag van in totaal € 7878,54 zou moeten betalen. Werknemer heeft zelf gesteld dat de bedragen van € 110 (‘bruine kip’) en € 825 (‘Rooije jan’) die hij van de opdrachtgever van werkgever heeft ontvangen hierop in mindering strekken, zodat een vordering van € 6.943,54 resteert. Uit coulance heeft werknemer vervolgens nog een bedrag van € 250 in mindering gebracht als vergoeding van de onkosten voor de bedrijfsauto van werkgever. Dit resulteert in een door werkgever te betalen bedrag van € 6.693,54. De kantonrechter veroordeelt werkgever tot betaling hiervan.