Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 19 maart 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:3385
Feiten
Werknemer is op 14 september 2020 in dienst getreden bij MR Expeditie B.V. (hierna: MR). Op 15 november 2024 is werknemer op staande voet ontslagen. Uit de ontslagbrief volgt dat werknemer is ontslagen vanwege het fingeren van klantbezoeken, waardoor er een volledige vertrouwensbreuk aan de kant van MR is ontstaan. In deze procedure verzoekt MR de gefixeerde schadevergoeding.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. In de paralelle verzoekschriftprocedure heeft de kantonrechter geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. De kantonrechter heeft in die procedure geoordeeld dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. In dat oordeel ligt besloten dat sprake is van opzet, althans schuld van werknemer. Het verzoek tot matiging van werknemer is onvoldoende onderbouwd en zal worden afgewezen. Werknemer wordt veroordeeld om binnen één maand na de datum van uitspraak MR de gefixeerde schadevergoeding te betalen. Werknemer wordt eveneens in de proceskosten veroordeeld.