Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 3 april 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:1987
Feiten
Werknemer is op 1 mei 2019 in dienst getreden van Staalman Verhuizingen als verhuizer. Op 21 november 2021 heeft werknemer het rijbewijs C/E behaald voor het rijden van een vrachtwagen met aanhanger, waarvoor de kosten door Staalman Verhuizingen zijn betaald. Werknemer heeft zich op 14 februari 2022 ziek gemeld. Hij heeft daarna nooit meer zijn bedongen werkzaamheden kunnen hervatten. Over het re-integratietraject zijn tussen partijen meningsverschillen ontstaan, die ertoe hebben geleid dat Staalman Verhuizingen in december 2023 de loondoorbetaling enige tijd heeft opgeschort. Het UWV heeft op verzoek van werknemer vastgesteld dat Staalman Verhuizingen niet tijdig aan haar re-integratieverplichtingen had voldaan en een loonsanctie opgelegd. Staalman Verhuizingen heeft geweigerd het loon over de maanden februari en maart 2024 te betalen. Daarover heeft werknemer een kort geding gevoerd waarbij de voorzieningenrechter zijn loonvorderingen (tot 17 maart 2024) heeft toegewezen. Voorafgaand aan het kort geding is tussen partijen tevergeefs gesproken over een beëindigingsregeling. Het UWV heeft aanvankelijk geoordeeld dat werknemer niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering, maar bij beslissing op bezwaar alsnog een (volledige) WIA-uitkering aan werknemer toegekend met ingang van 8 maart 2024 in verband met chronische spierklachten. Het UWV heeft in maart 2025 ook compensatie toegekend aan Staalman Verhuizingen op grond van de Wet compensatieregeling Transitievergoeding voor de Xella-vergoeding die de kantonrechter aan werknemer had toegekend. Werknemer heeft bij de kantonrechter ontbinding van de slapende arbeidsovereenkomst verzocht onder toekenning van een transitievergoeding, een billijke vergoeding wegens een door toedoen van Staalman Verhuizingen verstoorde arbeidsverhouding, de uitbetaling van 47 openstaande vakantiedagen en betaling van niet uitbetaald vakantiegeld over 2023 en 2024. De kantonrechter heeft de vorderingen gedeeltelijk toegewezen. Staalman komt tegen een aantal beslissingen in hoger beroep.
Oordeel
De Xella-vergoeding
Het hof verwerpt het standpunt van Staalman Verhuizingen dat werknemer bij de kantonrechter geen aanspraak had gemaakt op de Xella-vergoeding. In het verzoekschrift wordt ernaar verwezen. Ook het standpunt van Staalman Verhuizingen dat zij op het beëindigingsvoorstel van werknemer niet had hoeven ingaan omdat er nog geen overeenstemming was bereikt over haar voorwaarden gaat niet op. De werkgever mag dit soort eisen niet stellen aan het al dan niet meewerken aan beëindiging van een slapend dienstverband. Het belang van Staalman Verhuizingen is ook sterk verminderd omdat het UWV haar voor het grootste deel heeft gecompenseerd. Wel is gegrond haar bezwaar tegen de hoogte voor zover de kantonrechter is uitgegaan van een bedrag dat correspondeert met de transitievergoeding berekend tot 17 maart 2024. Gelet op de gewijzigde stellingname van het UWV zal het hof uitgaan van een opbouw tot 8 maart 2024.
De kosten van de opleiding tot het behalen van rijbewijs C/E
In een e-mailbericht staat dat er een terugbetalingsregeling geldt voor de kosten voor het behalen van het rijbewijs C/E. Hierin staat o.a. dat volledige terugbetaling moet plaatsvinden als de werknemer binnen drie jaar na afronding van het behalen van het rijbewijs uit dienst treedt en dat in geval van langdurige ziekte (langer dan 104 weken) ook het volledige bedrag verschuldigd is. De kantonrechter heeft, overwegende dat de arbeidsovereenkomst later is geëindigd dan drie jaar na het behalen van het rijbewijs C/E en dat de afwijkende voorwaarde voor arbeidsongeschikte werknemers een verboden onderscheid maakt ten nadele van zieke werknemers, de terugbetaling afgewezen. Het hof is het met de kantonrechter eens.
Overige vorderingen
De door werknemer gestelde niet-genoten vakantiedagen moeten worden uitbetaald. Staalman Verhuizingen heeft niet voldaan aan de verplichting om aantekening te houden van de door de werknemer opgenomen dan wel aan hem uitbetaalde vakantiedagen en dat de mutaties op de vakantiedagen op de salarisstrook moeten worden weergegeven. Ook de gestelde vakantiebijslag moet worden uitbetaald.