Naar boven ↑

Rechtspraak

ASR Nederland NV/werknemer
Rechtbank Midden-Nederland, 20 oktober 2010
ECLI:NL:RBUTR:2010:BO1408

ASR Nederland NV/werknemer

Afwijzing ontbindingsverzoek wegens onjuiste toepassing Sociaal Plan inzake boventalligverklaring. Voorts is de procedure in strijd met het Ontslagbesluit

Werknemer (55 jaar) is sinds 1989 in dienst van ASR, laatstelijk als Accountmanager Blauw (functiegroep II). Met positief advies van de ondernemingsraad heeft ASR in 2009 tot wijziging van de inrichting en tot inkrimping van de afdeling Verkoop binnen ASR Verzekeringen besloten. Als gevolg van dit besluit zijn alle 130 accountmanagers boventallig verklaard. Op hen is het Sociaal Plan Fortis Verzekeringen Nederland 2009-2010 van toepassing verklaard (hierna: SP). Iedereen is vervolgens in de gelegenheid gesteld om te solliciteren naar de nieuwe functie van accountmanager. Van de boventallige accountmanagers zijn 82 medewerkers geplaatst in een nieuwe functie en van 48 accountmanagers, onder wie werknemer, wordt afscheid genomen. Thans verzoekt ASR ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van het bepaalde in artikel 10.1 sub c tweede volzin, wordt de werknemer wiens functie sterk wijzigt boventallig verklaard, indien hij naar het oordeel van de werkgever niet binnen een termijn van zes maanden kan voldoen aan de aan deze gewijzigde functie te stellen eisen. Werknemer is net zoals alle andere accountmanagers boventallig verklaard en in de gelegenheid gesteld om te solliciteren op de nieuwe functie accountmanager. Deze gang van zaken is naar het oordeel van de kantonrechter niet in overeenstemming met het bepaalde in artikel 10.1 sub c SP. Op grond van deze bepaling diende ASR eerst te onderzoeken of een werknemer aanstonds dan wel binnen zes maanden zou kunnen voldoen aan de gewijzigde functie-eisen. Eerst nadat dit onderzoek is afgerond en vaststaat dat de werknemer ook niet binnen zes maanden geschikt zal zijn voor de gewijzigde functie, volgt boventalligverklaring. Daar komt bij dat uitgangspunt bij het SP 'duurzame inzetbaarheid' van de werknemer is. Dit heeft tot gevolg dat, in het geval ASR een werknemer niet aanstonds geschikt achtte, zij deze werknemer gedurende zes maanden adequate scholing en/of begeleiding had dienen aan te bieden, teneinde de betrokken werknemer de kans te geven om alsnog aan het gewijzigde functieprofiel te voldoen. Gesteld noch gebleken is echter dat ASR onderzocht heeft of werknemer binnen een termijn van zes maanden zou kunnen voldoen aan de gewijzigde functie-eisen. Evenmin is gesteld of gebleken dat ASR werknemer adequate scholing/begeleiding heeft aangeboden. Deze gang van zaken is in strijd met het bepaalde in artikel 10.1 sub c resp. 6 en 7 van het SP. Dit heeft tot gevolg dat ASR werknemer prematuur boventallig heeft verklaard.

Daarbij komt nog dat werknemer (onweersproken) heeft gesteld dat van de uiteindelijk 48 boventallige werknemers er 33 boven de 50 jaar en 21 boven de 55 jaar zijn. Op basis van deze gegevens is de conclusie gerechtvaardigd dat met name de oudere accountmanagers het veld moeten ruimen. Dit is in strijd met het afspiegelingsbeginsel. Hoewel ASR enige mate van vrijheid geniet om haar organisatie naar eigen goeddunken in te richten, had zij zich dienen te houden aan het bepaalde in artikel 10 van het SP, dat gebaseerd is op paragraaf 4 van het Ontslagbesluit.

Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.