Gelijke behandeling uitzendkrachten en werknemers. Reikwijdte begrip ‘loon’ in artikel 8 lid 1 (oud) Waadi en ‘bezoldiging’ in artikel 5 Uitzendrichtlijn. Hof is uitgegaan van opvatting loonbegrip die niet richtlijnconform is. Vordering werknemer toewijsbaar; Hoge Raad doet zelf af.

Verzoeken werknemer, gebaseerd op het bestaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, grotendeels afgewezen. Werkgever heeft arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met arbeidsongeschikte werknemer rechtsgeldig aangezegd.

Temporele reikwijdte Xella-norm. Er kan ook sprake zijn van een op 20 juli 2018 gedaan verzoek indien dat verzoek voor die datum is gedaan en de werkgever daarop op die datum nog (nader) diende te beslissen.

Werknemers stappen massaal over naar concurrent. Strijd met (post-)contractuele verplichtingen. Exhibitieplicht relevante stukken. Dwangsommen (gedeeltelijk) toegewezen ten aanzien van personeel van wie het ronselen aannemelijk is geworden.

Voormalig werknemer vordert verklaring voor recht over onrechtmatig handelen SBM Offshore, schadevergoeding, rectificatie en een toekomstig verbod op het doen van voor werknemer schadelijke uitlatingen. Gedeeltelijke toewijzing vorderingen.

Van seksuele intimidatie beschuldigde docent op staande voet ontslagen. Geen sprake van een onverwijld gegeven ontslag. Werkgever slaagt niet in bewijsopdracht. Toekenning billijke vergoeding.

Kort geding. Een radio-DJ, werkzaam bij een commerciële radiozender, wil overstappen naar een omroep om in de avonduren een radioprogramma te maken. Er is sprake van concurrerende werkzaamheden. Concurrentiebeding. Vergoeding artikel 7:653 lid 5 BW.

De arbeidsovereenkomst van werkneemster is opgezegd tijdens de proeftijd, zodat het verzoek tot wedertewerkstelling met nevenverzoeken, waaronder een billijke vergoeding van € 60.000 bruto, wordt afgewezen.

Ontslagname op staande voet door werknemer. Verklaring heeft werkgeefster niet bereikt. Geen werking opzegging. Werkgeefster laat verstek gaan.

De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op de g-grond door bijdragen van beide partijen aan de verstoorde verhoudingen. Werkgeefster wordt verweten werknemer te hebben bezocht en diens assistente te hebben bevraagd één dag na zijn ziekmelding, terwijl werknemer daarna een niet-coöperatieve houding aannam. Hierdoor is er ook geen recht op een billijke vergoeding of een vergoeding volgens artikel 7:611 BW.