Bouwvakker wil met 65ste met AOW

Ruim 95 procent van de bouwvakkers wil straks op zijn 65e jaar AOW kunnen krijgen. Dat mag eventueel in een systeem waarbij de AOW-leeftijd flexibel is en mensen zelf kunnen bepalen wanneer zij van de AOW gebruik gaan maken. Dat blijkt uit een peiling van FNV Bouw onder ruim 650 bouwvakkers. 

Komt er een flexibele leeftijd, dan vinden de meeste bouwvakkers dat mensen met een zwaar beroep op enigerlei wijze moeten worden ontzien. Dat hoeft niet per se via een speciale regeling voor zware beroepen, maar kan ook door bijvoorbeeld rekening te houden met een lang arbeidsverleden of een lager dan gemiddelde levensverwachting. 

De uitkomsten komen naar buiten op de dag dat zowel FNV, CNV als MHP elk met de bij hen aangesloten bonden praten over het aanstaande akkoord met de werkgevers over de AOW en de pensioenen. De betrokkenen zelf willen daarover niets kwijt, maar volgens de deels uitgelekte plannen moeten de AOW-leeftijd en de ingangsdatum van de pensioenen in 2020 naar 66 jaar en in in 2025 naar 67. Daarna wordt de leeftijd gekoppeld aan de stijgende levensverwachting. 

Het blijft mogelijk eerder te stoppen met werken. Werknemers zouden dan een strafkorting krijgen, maar daar staat tegenover dat de AOW-uitkering meer welvaartsvast blijft.