Naar boven ↑

Nieuwsbericht

Rechtspraak.nl

20-11-2009

CRvB: Internetgebruik geen dringende reden ex art. 7:678 BW

Ter beantwoording van de vraag of aan de werkloosheid een dringende reden ten grondslag ligt, dient een materiële beoordeling plaats te vinden en is de wijze waarop het dienstverband is beëindigd niet doorslaggevend. Vaststaat dat werknemer eenmalig ongeoorloofd gebruik van het internet heeft gemaakt en enige malen datingsites voor privégebruik heeft bezocht, waarvan strijd met de gedragscode niet is komen vast te staan. Dat sprake is van een voorbeeldfunctie als leraar spreekt in zoverre minder aan dat het hier gaat om jongvolwassen leerlingen. Daartegenover staat dat werknemer 57 jaar oud was en een - onbetwist - onberispelijke staat van dienst had van 28 jaar, terwijl voorts de gevolgen van de beëindiging van de dienstbetrekking zeer ernstig voor werknemer waren. De Raad oordeelt dat geen sprake is van een dringende reden en geen sprake is van verwijtbare werkloosheid. (Zie voor de volledige uitspraak: LJN BK2128.)