Hoge Raad spreekt zich op 23 februari uit over rookverbod in horeca

De Hoge Raad zal zich dinsdag 23 februari vervroegd uitspreken over het rookverbod in de horeca. Dit geschiedt naar aanleiding van de strafzaak waarin aan een caféeigenaar ten laste is gelegd dat hij niet heeft voldaan aan zijn verplichting een rookverbod te handhaven in de voor het publiek toegankelijke delen van het café (art. 3 van het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten). De ondernemer heeft geen personeel in dienst. De rechtbank Breda alsmede het hof Den Bosch kwamen in deze zaak tot vrijspraak (Zie: LJN BH3578 respectievelijk LJN BI3572).

In cassatie gaat het om de vraag of art. 3 van voormeld Besluit een toereikende grondslag in de Tabakswet heeft en daarmee “geldig” is. A-G Vegter heeft op 5 januari jl. geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof Den Bosch en terugverwijzing van de zaak (Zie: LJN BK8211). Tevens zal de Hoge Raad uitspraak doen in een vergelijkbare zaak van het hof Leeuwarden (Zie: LJN BJ1286).