Kantonrechter wijst afvloeiingsregeling en bonus oud bestuurder ABN AMRO af

Afgelopen donderdag heeft de kantonrechter te Amsterdam de vordering van een ex-werknemer van de ABN AMRO tot nakoming van een afvloeiingsregeling afgewezen. Het voormalige lid van de Raad van Bestuur van de ABN AMRO had tegen deze bank en tegen RBS Plc. en RBS Netherlands B.V een vordering ingesteld tot betaling van een afvloeiingsvergoeding ter hoogte van ca. € 6,2 miljoen en van een bonus over 2008. De kantonrechter heeft op grond van art. 6:248 lid 2 BW geoordeeld dat het onaanvaardbaar is om ABN AMRO, dat sinds de financiele crisis in zwaar weer verkeert, aan de - op zichzelf bindende - afspraken te houden. Ook de veranderende maatschappelijke opvattingen over het toekennen van bonussen zijn voor de kantonrechter reden de vordering af te wijzen. (Voor de volledige uitspraak: zie LJN BJ9678).