Nieuwe wetten doen niet genoeg om flexibele arbeidsmarkt te veranderen

Vaste en flexibele dienstverbanden worden met de aanstaande wetgeving niet genoeg aangepakt om de arbeidsmarkt grondig te veranderen, oordeelt de Raad van State. De voorwaarden voor zzp'ers worden misschien wel duidelijker, maar voor echte verandering moeten ook vaste contracten onder de loep worden genomen.

Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft twee wetsvoorstellen liggen die de krappe arbeidsmarkt met veel flexibele krachten vooruit moeten helpen. Maar de aanpak verschilt volgens de Raad van State niet wezenlijk van eerdere wetgeving. De arbeidsmarkt zal er daarom ook niet wezenlijk door veranderen, oordeelt de belangrijkste adviseur van de regering.

Den Haag wil al langere tijd iets doen aan de kwetsbare positie van de groeiende groep flexwerkers. Inmiddels heeft meer dan 40 procent van de werkenden een flexibel arbeidscontract of is zzp'er. Zij zijn niet zeker van werk en hebben ook niet altijd een vangnet voor hun oude dag of in het geval van arbeidsongeschiktheid. Naar schatting zijn er 200.000 schijnzelfstandigen.

In twee wetsvoorstellen - die nog uit de periode van het vorige kabinet stammen - staat hoe de regering de doorgeschoten flexibilisering op de arbeidsmarkt wil terugdringen. Zo komt er een preciezere afbakening welk soort werk in vast dienstverband moet gebeuren. Ook worden kwetsbare flexwerkers beter beschermd.

Maar daarmee gaat er nog niet fundamenteel iets veranderen aan de arbeidsmarkt, oordeelt de Raad van State. Als werkgevers beperkt worden in het inhuren van zzp'ers, kunnen ze bijvoorbeeld in plaats daarvan kiezen voor detachering.