Onderzoek TNO: meer uren overwerken, maar de gezondheid van werknemers is niet verslechterd 

Drie maanden na het begin van de corona-crisis geeft 6 op de 10 werknemers aan dat hun werk is veranderd. Zo wordt er meer thuis gewerkt en werkt men gemiddeld meer uren per week dan voorheen. Ondanks deze veranderingen is de gezondheid van werknemers drie maanden in de crisis niet verslechterd. Ook de werk-privé balans is niet veranderd, blijkt uit onderzoek van TNO onder ruim 10.000 werknemers.  Dit duidt volgens de organisatie op een goede veerkracht bij de werknemers.

Drie maanden na de start van de coronamaatregelen werkt 44 procent van de mensen thuis, waarvan tweederde volledig. Vooral hoogopgeleide werknemers en werknemers tussen de 25 en 54 jaar oud werken veel (deels) thuis. Naast de verandering van de werkplek zijn werknemers ook meer uren gaan werken. Ruim een derde van de thuiswerkers en een kwart van werknemers op locatie geeft aan meer uren te werken dan voor de crisis. Voor werknemers die tijdens de coronacrisis overwerken is het gemiddelde aantal overwerkuren gestegen van 4 naar 11 uur per week. 

Ondanks deze intensivering laat het TNO-onderzoek geen verandering in de gezondheid zien. Ruim 8 op de 10 werknemers noemt de eigen gezondheid goed tot zeer goed, dat is zelfs iets meer dan voor de COVID-19 crisis. Het aandeel werknemers met burn-out klachten blijft met 17% onverminderd hoog; zowel bij thuiswerkers als bij mensen die op locatie werken. Ook de werk-privé balans lijkt drie maanden in de crisis niet verslechterd: 9 op de 10 werknemers geeft aan dat de werk-privé balans op orde is, vergelijkbaar de resultaten uit 2019. 

Verder onderzoek zal uit moeten wijzen wat de effecten op lange termijn zijn en of er risicogroepen te ontdekken zijn die aandacht behoeven. In het laatste kwartaal van 2020 zal TNO een vervolgmeting bij deze werknemers doen om ook de lange termijn effecten in kaart te brengen.