Naar boven ↑

Rechtspraak

HTM Personenvervoer NV/FNV
Rechtbank Amsterdam, 6 oktober 2009
ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ9411

HTM Personenvervoer NV/FNV

Staking tegen verhoging AOW-leeftijd onrechtmatig, want geen 'belangengeschil' ex artikel 6 lid 4 ESH, maar een zuiver politiek geschil. HTM-zaak

De vakbonden Abvakabo FNV, FNV Bondgenoten, ABGP en VOR hebben collectieve acties bij het openbaar vervoer aangekondigd tijdens de spits. De vervoersmaatschappijen GVB, HTM en RET vorderen een verbod tot tenuitvoerlegging van de aangekondigde acties.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. De bonden hebben verklaard dat de staking een actie is tegen de overheid om de AOW-leeftijd op 65 jaar te houden. De vraag is of sprake is van een belangengeschil met de werkgevers. Dat is tot 1 oktober 2009 zeker het geval geweest. Thans is het woord aan de regering en de Tweede Kamer. Nu op dit moment geen gezamenlijk probleem van een werkgever en werknemers dat zich leent voor een oplossing door collectieve onderhandelingen aan de orde is, heeft een staking op dit moment geen invloed op de onbelemmerde uitoefening van het recht op collectief onderhandelen. Dat dat eventueel later het geval kan zijn, speelt thans nog geen rol. Aan het voorgaande kan niet afdoen dat de regering of politieke partijen mogelijk eerder zullen zwichten voor het verlangen om de AOW gerechtigde leeftijd op 65 jaar te houden als er gestaakt wordt. Artikel 6 lid 4 ESH is er op gericht om de machtsverhouding tussen de bij een belangengeschil betrokken partijen door het recht op collectieve actie in evenwicht te brengen, maar niet op meer dan dat, met name niet op het onder druk zetten van de overheid, die nog geen definitief standpunt over een bepaalde kwestie naar buiten heeft gebracht. De slotsom van het voorgaande is dat de door de bonden aangekondigde staking tegen het voornemen van de regering om de AOW-leeftijd te verhogen thans niet valt onder de reikwijdte van artikel 6 lid 4 ESH. Dit betekent dat een oproep van de bonden om 7 oktober 2009 te staken onrechtmatig is, tenzij er sprake is van feiten of omstandigheden die rechtvaardigen dat de leden van de vakbonden hun werkzaamheden niet uitvoeren. Van een dergelijke rechtvaardiging is thans geen sprake. De staking levert onmiskenbaar schade op voor GVB, ATM en RET en ook voor derden, terwijl de bonden andere mogelijkheden hebben hun ongenoegen over het verhogen van de AOW-leeftijd aan de overheid kenbaar te maken.

Volgt toewijzing van het gevorderde verbod.