Rechtspraak
Rechtbank Den Haag, 24 juni 2009Werkneemster is op 1 juni 2004 als familierechtadvocaat in dienst getreden van TeekensKarstens (TK). Na afronding van haar stage is zij per 1 juli 2005 voor onbepaalde tijd als advocaat-medewerker in dienst getreden bij TK. In de daartoe schriftelijke arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen, inhoudende dat het werkneemster verboden is gedurende een jaar na het einde van het dienstverband in het arrondissement van Den Haag werkzaam te zijn. Werkneemster heeft zich enorm ingezet voor de verdere uitbouw van de sectie familierecht. In 2008 stelt zij voor om onder de vlag van werkgever een niche kantoor familierecht op te richten. TK reageert positief. Begin 2009 informeert werkneemster naar haar eigen toekomstperspectieven, waarop haar direct-leidinggevende antwoordt dat hij daaromtrent nog geen toezeggingen kan doen omdat eerst het zogenoemde TKarrierepad moet zijn vastgesteld. Dit is een bestuursnotitie waarin het carrièrebeleid bij TK wordt vastgesteld. Werkneemster heeft vervolgens de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 juni 2009 en zich per genoemde datum ingeschreven als echtscheidingsbemiddelaar. Thans vordert zij schorsing van het concurrentiebeding wegens schending van artikel 6 Mededingingswet en onbillijke benadeling (artikel 7:653 lid 2 BW).
De kantonrechter oordeelt als volgt. Artikel 6 Mededingingswet mist in casu toepassing, omdat zij nog geen zelfstandige praktijk is begonnen. Anders dan werkneemster meent, acht de kantonrechter de carrièreperspectieven van werkneemster geenszins ongunstig bij TK. De positieve en voortvarende reacties van TK op het familierechtplan getuigt eerder van het tegenovergestelde. Van werkneemster had mogen worden verlangd dat zij eerst de bestuursnotitie inzake het TKarrierepad zou afwachten. De opzegging van de arbeidsovereenkomst was veel te abrupt. De beperkte duur en geografisch bereik van het concurrentiebeding, maakt voorts dat geen sprake is van onbillijke benadeling. De aard van de familierechtpraktijk verzet zich er voorts tegen het concurrentiebeding om te zetten in een relatiebeding. Een fullservice kantoor zoals TK heeft voorts belang bij een familierechtpraktijk en dient dan ook middels het concurrentiebeding zich te kunnen beschermen tegen concurrentie van werkneemster.
Volgt afwijzing vordering werkneemster.